
De passant die zijn stempel op het dorp drukte
In 1891 kwam de familie Ozinga in Apeldoorn te wonen. Het gezin kwam uit Dokkum en kocht een woning aan de Dorpstraat 551 in Apeldoorn. Het hoofd van het gezin, Hendrikus Ozinga, richtte aan de Hofstraat een Brandstoffen-Magazijn op. Hier verkocht hij steenkolen, turk en brandhout. Naast het werk in zijn magazijn werd hij ook verzekeringsagent voor een Amsterdamse verzekeraar. Zo liet hij een hout kantoortje naast zijn woning bouwen wat zijn kantoor werd. Hij bouwde in korte tijd een goede naam op in het dorp.
Hendrikus was een man die zich inzette voor de gemeenschap. Al in zijn eerste jaar in Apeldoorn zorgde hij ervoor dat het dorp bestelbussen kreeg die dagelijks werden geleegd, wat het dagelijks leven van de inwoners aanzienlijk verbeterde. Deze bussen werden strategisch geplaatst op verschillende locaties in het dorp, waaronder bij de Hervormde Kerk en het Park Tivoli. De bestelbussen werden een groot succes, het duurde niet lang dat de bussen drie maal, in plaats van één keer per dag, geleegd moesten worden.

In 1894 schreef Hendrikus wekelijks een column in de Apeldoornse Courant, getiteld “Naar Amerika. Een schets uit het leven”, waarin hij zijn inzichten en ervaringen deelde. Deze verhalen gingen vaak over fictieve figuren die droomden van een toekomst in Amerika, iets waar Hendrikus zelf ook over fantaseerde.
In dezelfde periode richtte Hendrikus, naast zijn werk in zijn magazijn, een glazenwasserij op genaamd “De Eerste Apeldoornsche Glazen-Wasscherij”. Hij begon hier vol vertrouwen aan en adverteerde veel, maar ondanks alle inspanningen kwam het bedrijf niet van de grond. Nog in hetzelfde jaar stopte hij ermee om zich op iets anders te richten. Hij werd koopman en makelaar in onroerend goed. Hendrikus werkte hard en leefde zuinig. Elke cent spaarde hij op om zijn doel te verwezenlijken: een nieuw leven in Amerika!

Ondanks zijn vertrekwens bleef hij zich inzetten voor Apeldoorn en zijn inwoners. De politiek wilde het kiesrecht van burgers verkleinen, maar Ozinga was hier fel op tegen en debatteerde er stevig over. Hij zette zich ook in voor het heropenen van de lokale bossen voor het publiek en was een groot voorstander van het benoemen en zichtbaar maken van straatnamen, die er destijds nog niet waren.
Ondertussen had Hendrikus een mooi kapitaal opgespaard en verkocht hij al zijn eigendommen om in 1898 zijn droom te verwezenlijken: een nieuw leven in Amerika. Zijn bijdragen aan Apeldoorn worden niet vergeten.
