
Op 23 september 1866 werd in Amsterdam een jongen geboren in een gezin met diepe wortels in de Nederlandse geschiedenis. Willem Roosmale Nepveu kwam ter wereld als zoon van Charles Roosmale Nepveu en jonkvrouw Agatha Maria Johanna van Loon. Aan zijn vaderskant stamde hij af van het vooraanstaande geslacht Nepveu, dat al generaties lang invloed uitoefende binnen de bestuurlijke en militaire elite. Zijn moeder was een dochter van jonkvrouw Annewies van Winter, een befaamde kunstverzamelaarster en telg uit het geslacht Van Loon, bekend van het statige grachtenpand aan de Keizersgracht in Amsterdam, nu het Museum Van Loon.
Met zo’n afkomst lag een maatschappelijke carrière voor Willem in het verschiet. Hij koos voor een studie rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden, de universiteit waar veel zonen uit patriciërs- en adelshuizen hun opleiding genoten. In oktober 1895 promoveerde hij tot doctor in de rechten. Korte tijd later koos hij ervoor zijn juridische kennis in te zetten in dienst van het openbaar bestuur, gedreven door een sterk plichtsbesef en de overtuiging dat goed bestuur aan de basis ligt van een gezonde samenleving.
Bestuurder in hart en nieren
Op 2 juli 1896 trad Willem in het huwelijk met Henriette Casimire Johanna Wilhelmina de Bordes. Samen kregen zij vier kinderen, die opgroeiden in verschillende Gelderse dorpen en steden, afhankelijk van waar hun vader als burgemeester werd benoemd. Zijn eerste burgemeesterspost bekleedde hij in het Betuwse dorp Ophemert, waar hij diende van april 1898 tot oktober 1899. Hoewel zijn termijn daar kort was, legde hij er de basis voor een lange en betrokken carrière als bestuurder.
Van 1899 tot 1910 was hij burgemeester van Putten. In deze periode verwierf hij de reputatie van een daadkrachtige maar benaderbare burgemeester. Hij stond bekend om zijn nauwgezette voorbereiding, zijn gevoel voor bestuurlijke verhoudingen en zijn aandacht voor de noden van de bevolking.
De grote sprong: burgemeester van Apeldoorn
Op 25 mei 1910 werd Willem Roosmale Nepveu benoemd tot burgemeester van Apeldoorn als opvolger van Willem Tutein Nolthenius. Op 1 juli dat jaar begon hij aan een ambtstermijn die maar liefst 24 jaar zou duren. Onder zijn leiding groeide Apeldoorn uit van een rustige regionale plaats tot een moderne stad. Zelf woonde hij aan de statige Loolaan, op nummer 37.

Roosmale Nepveu leidde deze ontwikkeling met visie en vasthoudendheid. Onder zijn bestuur werd Apeldoorn gemoderniseerd: straten werden verhard, rioleringen aangelegd, de drinkwatervoorziening verbeterd en gaslantaarns maakten plaats voor elektrische straatverlichting. Hij zag in dat een goed functionerende infrastructuur essentieel was voor een gezonde, bloeiende gemeenschap.

Een blijvende erfenis: Berg en Bos
Een van zijn meest tastbare nalatenschappen is de aankoop van het landgoed Berg en Bos in 1917, gelegen aan de rand van Apeldoorn over de J.C. Wilslaan. Met dit park kreeg de stad een groene long, een plek voor ontspanning, natuurbeleving en gemeentelijke trots. In het park werd later een zuil opgericht ter ere van zijn inzet, een blijvende herinnering aan zijn betrokkenheid bij het welzijn van de Apeldoornse bevolking.
Bij zijn afscheid als burgemeester in 1934, inmiddels op 67-jarige leeftijd, werd niet alleen een herdenkingslantaarn geplaatst op het Raadhuisplein, maar ook een straat naar hem vernoemd: de Roosmale Nepveulaan. Tevens ontving hij een speciaal samengesteld boek over de ontwikkeling van Apeldoorn onder zijn bestuur, als blijk van waardering van de gemeenschap.

Onderscheidingen en latere jaren
Naast zijn burgemeestersambten was hij vanaf 1901 jarenlang lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Zijn inzet werd bekroond met hoge onderscheidingen: hij werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en ontving ook buitenlandse erkenning als Officier in de Orde van Verdienste van Adolf van Nassau, een eer die slechts aan weinigen ten deel viel.
Na zijn pensionering trok hij zich terug uit het openbare leven en vestigde hij zich in Bussum. Daar genoot hij van zijn gezin, correspondentie en herinneringen aan een leven in dienst van anderen. Op 20 april 1950 overleed hij in alle rust, 83 jaar oud. Vier dagen later werd hij begraven op de algemene begraafplaats aan de Soerenseweg in Apeldoorn, de stad die hij met zoveel toewijding had gediend.
Een man van kalm gezag
Willem Roosmale Nepveu was een man van kalm gezag, bestuurlijke degelijkheid en oprechte maatschappelijke betrokkenheid. Zijn ambtstermijn viel samen met een periode van ingrijpende verandering in Nederland, waarin steden groeiden en gemeenschappen zich opnieuw moesten uitvinden. Hij begreep de waarde van vooruitgang, maar vergat nooit de menselijke maat.
Zijn naam leeft voort in Apeldoorn, niet alleen in een straat of een zuil, maar in de structuur en geest van een stad die mede dankzij hem uitgroeide tot wat zij nu is.

2 gedachten over “Willem Roosmale Nepveu: de burgemeester die Apeldoorn vorm gaf”