
De Nederlands Hervormde Grote Kerk
In 1891, tijdens het slopen van de oude kerk in Apeldoorn die door een brand verwoest was, stuitte men op een bijzondere vondst. De eerste steen, gelegd op 11 mei 1839 door Koning Willem I, werd teruggevonden. Deze steen, met afmetingen van 20 bij 60 bij 50 centimeter, droeg op de bovenzijde een inscriptie met de datum van de legging.
De brand die de kerk verwoestte, ontstond tijdens onderhoudswerkzaamheden door loodgieters. De mannen wilden een begrafenis van een bekende bijwonen op de begraafplaats aan de overkant en lieten de zorg over aan een jonge leerling. Deze leerling, nieuwsgierig naar de begrafenis, glipte ook even weg. Tijdens zijn afwezigheid deden enkele vonken en de harde wind hun verwoestende werk, wat leidde tot de fatale brand.
Onder de gevonden steen ontdekte men een kleine verborgen ruimte met een roodkoperen buisje. In dit buisje zat een gedenkpenning met een diameter van ongeveer 7 centimeter. De ene zijde van de penning toonde een afbeelding van Koning Willem I, vergezeld van een tekst ter ere van zijn 25-jarige regeringsjubileum. Op de andere zijde stond de Hollandsche Maagd afgebeeld met een Latijnse inscriptie die vertaald betekent: “Ik zal handhaven.”
Daarnaast bevatte het buisje tien verschillende muntstukken uit die tijd. Deze vondst bood een zeldzame blik op het verleden en benadrukte het historische belang van de kerk en de rol van Koning Willem I bij de bouw ervan.
