
Rouwcentrum Rouwenhorst
Frederik Rouwenhorst was een Apeldoornse schoenmaker. hij trouwde op 21 november 1891 met Anna Veerman, met wie hij tussen 1892 en 1899 zes kinderen kreeg. Het gezin woonde aan de Griftstraat 451, wat later nummer 33 zou worden.
Naast zijn werk als schoenmaker kreeg Frederik in de loop der jaren een nieuwe roeping: hij werd aanspreker. Zo ging hij bij sterfgevallen en de nabestaanden langs om de buurt op de hoogte te brengen en om alles rond de begrafenis te regelen. Hij zorgde ervoor dat iedereen wist wanneer de uitvaart zou plaatsvinden en dat de overledene op waardige wijze werd herdacht. Dit werk bracht hem in contact met verdriet, maar ook met de dankbaarheid van de families die hij hielp.

De voldoening die Frederik haalde uit zijn werk als aanspreker, inspireerde hem om in 1901 zijn eigen uitvaartonderneming te starten. Vanuit zijn woning aan de Griftstraat begon hij met het verzorgen van uitvaarten, iets wat hem steeds meer voldoening gaf. De schoenen werden langzaam aan de kant geschoven en Frederik besloot in 1915 zijn schoenmakersgereedschap definitief op te bergen. Hij wijdde zich volledig aan zijn nieuwe roeping.


Het bedrijf groeide gestaag, maar helaas werd Frederik ziek, waardoor hij niet langer in staat was om het bedrijf zelf te runnen. Zijn vrouw Anna en hun zoon Berend namen de taken over. Berend, die voorheen slager was, woonde met zijn vrouw, Maria Koenders en drie dochters Annie, Gerritje en Riek naast zijn ouders, eerst op nummer 29 en later op nummer 31, wat het gemakkelijk maakte om het familiebedrijf samen te runnen.
Na het overlijden van Frederik op 12 mei 1923 nam Anna de leiding van het bedrijf officieel over, met de onmisbare hulp van zoon Berend. Ze doopten het bedrijf om tot Firma Wed. F. Rouwenhorst Begrafenis-ondernemer en waren telefonisch bereikbaar via het nummer 693. Anna zette het werk van haar man voort met dezelfde toewijding en zorgzaamheid, totdat ook zij op 26 maart 1937 overleed na een kortstondige ziekte. Ze werd 68 jaar oud.

Na Anna’s dood kwam kwam haar kleindochter Riek met haar man Jacob Jager in het pand aan de Griftstraat 33 te wonen. Haar vader, Berend zette de onderneming voort vanuit zijn eigen woning aan de Griftstraat 31. Het bedrijf kreeg een nieuwe naam: Apeldoornsche Begrafenis Onderneming B. Rouwenhorst. Naast zijn werk in de uitvaartbranche had Berend nog een andere passie: dieren. Hij had meerdere honden en fokte konijnen.

Tijdens de oorlogsjaren had de familie Rouwenhorst het niet gemakkelijk. Door de oorlog waren er grote tekorten aan allerlei materialen, waaronder hout, dat gebruikt werd voor doodskisten. Daarnaast legde de Duitse bezetters beperkingen op aan begrafenissen, vooral als het ging om massabegrafenissen of begrafenissen van personen die door de nazi’s waren geëxecuteerd of in concentratiekampen waren omgekomen. Zo werd Rouwenhorst door de bezetter gecontroleerd om te voorkomen dat ze zouden uitgroeien tot protesten of verzetsbijeenkomsten. Om het hoofd boven water te houden, ging de familie handelen in allerlei meubels en bood hun dochter zich aan als kraamhulp.
Op 17 november 1943 overleed hun schoonzoon Jacob de Jager, waarna dochter Riek op 10 oktober 1945 hertrouwde met winkelmedewerker Arie Huurneman. Het stel kwam na het huwelijk voor het rouwcentrum werken. Na de oorlog bloeide het bedrijf opnieuw op. Ze begonnen te adverteren met 1e klas bouwmateriaal en introduceerden het vervoer van overledenen met auto’s. De rouwpaarden bleven uiteraard ook bestaan.


In 1960 was het tijd voor de volgende generatie om het roer over te nemen. Dochter Riek en haar man Arie Huurneman namen het bedrijf over. Het pand aan de Griftstraat werd grondig verbouwd om nabestaanden meer ruimte te kunnen bieden. Er kwamen een aula en opbaarkamers bij, waardoor het bedrijf professioneel en gastvrij werd. Arie stond bekend als een opgewekte man die alles deed voor het bedrijf en het welzijn van de families die ze bedienden.




Het bedrijf bleef onder de naam B. Rouwenhorst opereren, zelfs na het overlijden van Berend in 1963. Het bedrijf groeide mee met het dorp, waardoor Arie in 1984 genoodzaakt was te moeten verhuizen. Zo kwam de onderneming aan de Christiaan Geurtsweg 26 – 26 te staan, waar ze een ruimere en modernere locatie vonden. Een jaar later namen dochter Riet en schoonzoon Hans Laponder het bedrijf over. Hoewel Arie het niet kon laten om zich met de zaak te bemoeien, had hij vertrouwen in de nieuwe generatie.


In 1994 werd het rouwcentrum verder uitgebreid om nog beter aan de wensen van de nabestaanden te kunnen voldoen. In 2002 werd de stichting Begraafplaats Hoenderloo opgericht. Deze stichting zette zich in om de begraafplaats in Hoenderloo te behouden. Riet heeft zich altijd sterk sterk gemaakt voor deze stichting, waar ze bestuurslid en secretaris voor was. In 2005 gaven Hans en Riet de dagelijkse zorg voor het bedrijf over aan hun zoon Jeroen, de vijfde generatie binnen het familiebedrijf. Helaas mocht dit maar kort duren; geheel onverwacht overleed Jeroen op 7 juli 2006. Het verlies was zwaar, maar zijn broer Maarten besloot zijn ouders bij te staan in deze moeilijke tijd en nam uiteindelijk het familiebedrijf over.

Maarten zette de traditie van het familiebedrijf voort en eind 2012 werd de laatste verbouwing afgerond, waarmee het rouwcentrum een moderne en mooie locatie werd, volledig ingericht op alle wensen en behoeften van die tijd. Helaas kon Arie dit vernieuwde uitvaartcentrum zelf niet lang bewonderen, want hij overleed kort daarna, op 23 december 2013. Hij werd opgebaard in zijn eigen rouwcentrum, wat een bijzondere, maar ook emotionele ervaring was voor de familie. Riet leed aan kanker, ze overleed op 6 juli 2016 aan deze ziekte. Ze werd begraven in het graf van haar zoon. Twee jaar later overleed Riek, op 9 november 2018. Van beide werden uiteraard afscheid genomen in hun eigen rouwcentrum.
Vandaag de dag staat Maarten nog steeds aan het roer van het bedrijf dat in zijn 123-jarig bestaan een begrip in Apeldoorn is geworden. Wat ooit begon als een bescheiden schoenmakerij, is nu uitgegroeid tot een gerenommeerd uitvaartcentrum, waar vijf generaties hun zorg en toewijding hebben gegeven om nabestaanden op de best mogelijke manier te ondersteunen in moeilijke tijden.