
Dief met buikpijn
Niet elke misdaad betaalt zich uit. En soms komt de straf sneller dan de politie. Dat ondervond een Apeldoorner in 1987, toen hij dacht een buitenkansje te hebben gevonden bij een slager in het nabijgelegen Beekbergen. In het diepvriesgedeelte van de zaak wist hij zich meester te maken van een forse partij ingevroren gehakt. Wat hij echter niet wist: de 100 kilo vlees was officieel afgekeurd en ongeschikt voor consumptie.
Eenmaal thuis ging hij vol enthousiasme aan de slag. Er werden gehaktballen gedraaid, gebakken en gegeten. Meerdere. Pas na een paar porties begon hij iets te vermoeden: er zat een vreemd smaakje aan het vlees, en her en der trof hij harde, onverklaarbare stukjes in zijn maaltijd aan. Zijn nieuwsgierigheid werd argwaan, en bij nadere inspectie van de verpakking sloeg de schrik toe: het gehakt behoorde tot een partij die door de keuringsdienst was afgekeurd wegens ongeschiktheid voor menselijke consumptie.
De Apeldoorner had nauwelijks tijd om zich zorgen te maken. Kort na zijn ontdekking werd hij overvallen door hevige buikpijn, misselijkheid en intense darmklachten. Wat hij had gestolen, vrat letterlijk aan hem terug. Toen de politie hem korte tijd later aanhield, was een bekentenis eigenlijk overbodig. In zijn woning lagen niet alleen resten van het gestolen vlees, maar waren ook duidelijke sporen aanwezig van frequent toiletgebruik – iets wat door de agenten niet onvermeld bleef in hun rapport.
Het verhaal verspreidde zich snel in de regio en kreeg een bijna komische ondertoon. Een dief die wordt teruggepakt door zijn eigen buit – het zou zo in een streekroman passen. Maar in 1987 was het voor de dief de bittere realiteit.