
Een Lege Binnenstad
In de tweede helft van de twintigste eeuw was het centrum van Apeldoorn een toonbeeld van orde, winkelplezier en levendigheid. Tussen de jaren ’60 en eind jaren ’80 gold het als een van de netst georganiseerde en drukst bezochte winkelgebieden van Nederland. Vooral in de periode vanaf 1975 tot in de jaren ’80 stond Apeldoorn landelijk bekend om zijn goed bereikbare, overzichtelijke en bloeiende binnenstad. Winkelstraten als de Hoofdstraat en het Marktplein trokken dagelijks duizenden bezoekers uit de wijde omgeving.
Toch is dat beeld vandaag de dag moeilijk voor te stellen. Waar ooit levendige markten, familiebedrijven en drukbezochte warenhuizen het straatbeeld bepaalden, overheersen nu leegstand, herhaalde winkelketens en een afname van sfeer. De klachten klinken herkenbaar: “Te weinig leuke winkeltjes”, “Geen gezelligheid meer” en “Het centrum is saai geworden”.


De oorzaak voor deze omslag ligt deels buiten de stad. De opkomst van online shoppen, de bouw van woonboulevards en de sterke groei van winkelcentra elders in Nederland zorgden voor een verschuiving van koopgedrag.
Maar het ongenoegen is niet nieuw…
Wat opvallend is: de kritiek op het Apeldoornse centrum dateert al van ver vóór de bloeitijd. In 1950 klonk er al luid protest vanuit de middenstand. In een uitgebreid adres aan de gemeenteraad, ondertekend door diverse ondernemers uit het centrum, werd de vinger op de zere plek gelegd. Hun pleidooi? Apeldoorn moest een “levend centrum” zijn, en géén planmatig opgebroken gebied zonder hartslag.
De zorgen betroffen onder andere:
- De dreigende verplaatsing van de markt naar buiten het centrum.
- Een wildgroei aan plannen voor bruggen, parken en een busstation zonder duidelijke samenhang.
- De slechte benutting van het marktterrein door ineffectieve indeling met paaltjes en obstakels.
- De scheiding tussen busverkeer en marktactiviteiten, waardoor de aantrekkingskracht van het centrum dreigde te verdwijnen.
De middenstanders schreven letterlijk:
“Apeldoorn wordt een plaats zonder hart. Mooi, centraal gelegen, maar zonder kloppende kern.”
Hun zorgen bleken terecht. De kippenmarkt, automarkt, busopstellingen en zelfs het opdringen van de Spoorwegen kwamen aan bod, met het dringende verzoek aan de gemeente om samenhang en visie aan te brengen. Men vreesde dat bezoekers Apeldoorn alleen nog als overstapplaats zouden zien — een stad waar je niet bleef, maar snel weer vertrok.

En nu? 75 jaar later
Waar het centrum in de jaren ’60 tot ’80 de wind mee had dankzij betrokken ondernemers, goede bereikbaarheid en een trouw winkelpubliek, ontbreekt het nu aan een sterke visie en aantrekkelijk aanbod. Wat overblijft, is de herinnering aan een periode waarin Apeldoorn werkelijk tot de drukste steden van het land behoorde.
Met het strenger wordende milieubeleid lijkt de neergang nog moeilijk te keren. Autoverkeer wordt ontmoedigd, en waar ooit grote winkelketens stonden, zijn nu fietsenstallingen verschenen. Horecazaken verdwijnen langzaam uit het straatbeeld. De woningnood doet de rest: het is slechts een kwestie van tijd voordat winkelpanden worden omgevormd tot woonunits. Apeldoorn verliest stukje bij beetje de functies die het ooit tot stad maakten.