
roelf uut d'n Enk
In de tweede helft van de twintigste eeuw had Apeldoorn zijn eigen volkse filosoof. Geen geleerd man met dure woorden, geen professor of predikant, maar een eenvoudige boer met pet, pijp en scherpe tong: Roelf uut d’n Enk. Wat begon als een klein stripfiguurtje, groeide uit tot een geliefd symbool van Veluwse nuchterheid. Zijn uitspraken verschenen jarenlang in de Nieuwe Apeldoornse Courant.
Roelf werd in het leven geroepen door Jan Hagenbeek, journalist en eindredacteur bij de krant. De illustraties kwamen van Wim Helder, een getalenteerd tekenaar die zich toelegde op sobere maar treffende karikaturen. Samen vormden ze een ijzersterk duo: Hagenbeek leverde de kernachtige teksten, Helder gaf Roelf zijn gezicht — altijd in profiel, met een pet op het hoofd en een pijp in de mond, starend in de verte.
Helder tekende Roelf niet als clowneske figuur, maar als een herkenbaar type: een boer van de oude stempel. Iemand die je zo tegen het lijf kon lopen op een zanderig pad tussen de enk en het dorp. Hij sprak zoals men op de Veluwe sprak: traag, doordacht, en altijd met een vleug ironie.
Roelf was geen man van lange betogen. Eén zin volstond. Vaak droogkomisch, soms melancholisch, zelden grof. Zijn uitspraken vormden een spiegel van het dagelijks leven — over het weer, de politiek, het straatbeeld — maar altijd met een onderliggende boodschap.
Een greep uit zijn uitspraken:
- “Ik heb al zo lang geen pinda-man meer gezien…”
- “Retour Deurne asteblievve…”
- “Huizen blijven kruisen…”
- “Voor moed, beleid en trouw… achttien jaar!”
- “Moeder kan de bloemetjes weer buiten zetten.”

Die ene zin stond telkens onder hetzelfde eenvoudige plaatje. Geen franje, geen variatie — juist die herhaling maakte hem zo vertrouwd. Roelf wás er gewoon, net als het weerbericht of de maanstand.
De naam uut d’n Enk was bewust gekozen. Een “enk” is een hoger gelegen, vruchtbaar akkergebied rond veel Veluwse dorpen. Die naam maakte van Roelf niet alleen een streekfiguur, maar een belichaming van het platteland zelf. Zijn blik op het leven wás de blik van de enkeling — letterlijk en figuurlijk.
Vanaf 1950 verscheen Roelf in de almanakrubriek van de Nieuwe Apeldoornse Courant: midden op de pagina, als onderdeel van een blokje met het weerbericht, de maanstanden, de rubriek “Wist U…?” en “Deze dag”, waarin gebeurtenissen van 10 of 40 jaar eerder werden aangehaald. Zijn portret kreeg daar nog volop ruimte, met onderaan zijn observatie van de dag.
Rond 1953 veranderde zijn verschijning. Roelf verhuisde naar elders op de pagina — meestal was hij rechtsonder op één van de bladzijdes te zien met zijn woord.

De rubriek werd zó geliefd, dat veel lezers de krant opensloegen en direct naar Roelf bladerden. Voor een glimlach, een zucht, of gewoon bevestiging: je was niet de enige die er zo over dacht.
Vandaag de dag is Roelf uut d’n Enk grotendeels verdwenen uit het collectieve geheugen van Apeldoorn. De rubrieken waarin hij verscheen zijn gesneuveld onder de druk van modernisering. Alleen in vergeelde knipsels en oude jaargangen leeft Roelf nog voort.
Maar juist nu — in een tijd van meningen, haast en oppervlakkigheid — zou zijn rustige, ironische toon weer kunnen opvallen. Geen geschreeuw, geen wijzende vinger. Alleen een schouderophalend: “Tja…”