
In het naoorlogse Nederland, waar het leven langzaam weer kleur kreeg, verscheen in de winkels een nieuwe sensatie: een felgekleurde limonade in glazen beugelflessen die knalrood, neongroen of zonnig geel op tafel schitterde. De naam: Exota. Wie in de jaren ’50, ’60 of vroege jaren ’70 opgroeide, herinnert zich deze frisdrank. Maar achter het vrolijke uiterlijk van Exota schuilt een tragisch verhaal van succes, media-invloed en uiteindelijk een ondergang die tot de dag van vandaag wordt gezien als een schoolvoorbeeld van hoe een merk door één tv-uitzending ten val kan worden gebracht.
Het verhaal van Exota begint bij de familie Tims, die in 1907 in het Noord-Hollandse Oostzaan een limonadefabriek begon. In het begin ging het om eenvoudige limonadesiropen en koolzuurhoudende dranken die vooral lokaal werden verkocht. De fabriek groeide mee met de tijdsgeest, en in de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd besloten een nieuwe, opvallende lijn frisdranken te lanceren.
De naam Exota werd afgeleid van het woord “exotisch”, bedoeld om een gevoel van avontuur, kleur en tropische smaken op te roepen. Het klonk modern, aantrekkelijk en vernieuwend – precies wat Nederlanders zochten in een periode waarin alles langzaam weer werd opgebouwd.
Wat Exota uniek maakte, was niet alleen de smaak of naam, maar vooral de presentatie. De frisdrank werd verkocht in grote glazen beugelflessen van één liter, met een porseleinen dop en metalen klem. Bij het openen hoorde je een stevige “plop”, die voor velen het begin van iets feestelijks betekende.
De drank zelf was suikerzoet, bruisend en intens van smaak, zonder de bescheidenheid van moderne limonades. De kleuren waren ongekend fel:
Rood (framboos of bosvruchten)
Geel (citroen of ananas)
Groen (groene appel of limoen)
Oranje (sinaasappel)
Bruin (cola)

Voor kinderen was het een ware traktatie en voor volwassenen een geliefd drankje op een zomerse dag of bij speciale gelegenheden.
De prijs was destijds 35 cent per fles, met statiegeldsysteem.
In de jaren ’60 was Exota overal. In supermarkten, buurtwinkels en cafés. Veel gezinnen hadden op zondag standaard een fles Exota op tafel staan. Het merk bouwde een trouwe klantenkring op en was populair bij zowel jong als oud. De fabrikant voerde reclames waarin gezinnen te zien waren met feestelijke tafels vol limonade in alle kleuren van de regenboog.
Ook de concurrentie was nog beperkt. Internationale frisdrankgiganten als Coca-Cola en Pepsi waren weliswaar actief, maar hadden nog niet de massale aanwezigheid die ze later zouden krijgen. Exota was lokaal, herkenbaar, goedkoop en feestelijk.
Het keerpunt kwam op 14 maart 1971, toen het VARA-programma De Ombudsman, gepresenteerd door journalist Frits Bom, een uitzending wijdde aan de gevaren van limonadeflessen onder druk.
In het programma werd beweerd dat Exota-flessen konden exploderen, zelfs spontaan, en ernstige verwondingen konden veroorzaken. Er werden beelden getoond van flessen die uit elkaar spatten, met glasscherven en rondvliegende doppen. De beelden waren schokkend, en de boodschap was duidelijk: deze flessen waren levensgevaarlijk.
Wat het programma niet vermeldde, was dat sommige beelden in scène gezet of overdreven waren. Sommige flessen waren kunstmatig onder extra druk gebracht. Hoewel er in de praktijk weleens incidenten waren geweest – zoals bij vrijwel alle koolzuurhoudende drankflessen – was er geen sprake van structureel gevaar.
Toch was de publieke opinie onverbiddelijk. Consumenten durfden de flessen niet meer aan te raken, winkeliers haalden ze uit de schappen en het vertrouwen in Exota verdampte binnen weken.
De firma Tims was geschokt en overwoog juridische stappen tegen de VARA, wegens laster en reputatieschade. Ze voerden aan dat de uitzending onzorgvuldig en onjuist was en wezen op het feit dat tienduizenden flessen wekelijks zonder incident werden gebruikt. Er werd gesproken over een rechtszaak, maar het kwaad was al geschied.
Het bedrijf had niet de financiële middelen om een langdurige juridische strijd te voeren, terwijl de verkoopcijfers kelderden. Binnen korte tijd moest de productie worden teruggeschroefd en uiteindelijk volledig worden gestaakt.
In de mediawereld wordt het “Exota-incident” nog steeds aangehaald als voorbeeld van hoe één mediabericht, zelfs als het overdreven of onvolledig is, een bedrijf kan vernietigen.
Na de sluiting van de fabriek in Oostzaan bleef het merk decennialang uit beeld. Toch verdween het niet uit het geheugen. Generaties Nederlanders bleven warme herinneringen koesteren aan de kleurrijke flessen, het ‘plopje’ bij het openen en de mierzoete smaak.
In 2018 werd geprobeerd om Exota nieuw leven in te blazen. Een ondernemer bracht het merk terug, ditmaal als een luxe ambachtelijke frisdrank in kleinere flesjes, met een retro-uitstraling. De smaken waren geïnspireerd op de klassiekers, maar aangepast aan de moderne smaak (minder suiker, meer natuurlijke ingrediënten). Hoewel de herlancering onder liefhebbers enthousiast werd ontvangen, bleef een grote doorbraak uit. De nieuwe Exota werd vooral een slap aftreksel van wat Exota ooit was.