
In de nacht van zaterdag op zondag heeft een verwoestende brand in een woning aan de Molenstraat in Apeldoorn het leven gekost aan vier jonge zusjes uit het gezin Reichart. Rond 03.58 uur werd de brand in de keuken ontdekt, vlak onder de twee slaapkamers aan de achterzijde van het huis. Die kamers waren met veel hout en triplex afgewerkt en stonden binnen enkele minuten in lichterlaaie.
De slachtoffers zijn de zevenjarige Sandra, de negenjarige Yolanda, de tienjarige Wilhelmina en hun twaalfjarige zus Hendrika. In die twee slaapkamers sliepen de meisjes per twee bij elkaar. Toen zij ontwaakten, zaten ze volledig omsloten door vuur en rook. Volgens commandant Ad Heijnen konden ze door hun panische angst alleen maar gillen en afwachten. Sprongen ze uit het raam, dan hadden ze misschien nog een kans gehad, maar de vlammen hielden hen gevangen.
Aan de voorkant van de woning sliepen de ouders samen met de twee jongste kinderen, een peuter van twee en een kleuter van vier. Zij wisten via een raam veilig naar buiten te komen. Vader Willem Reichart ondernam een poging de meisjes te redden, maar door de rookontwikkeling in de gang kon hij niet verder. Ook buurtbewoner Jan van ‘t Hof klom via het dak, maar bereikte de slaapkamers niet.
Brandweerman Dick Modderkolk was een van de eersten die door de voordeur naar binnen ging, maar moest zich gedwongen terugtrekken door ondraaglijke hitte. Hij raakte door het gegil van de meisjes zo getroffen dat hij sindsdien niet meer uitrukt, maar op de brandweercentrale een ondersteunende rol ging vervullen.
Ongeveer vijftien minuten na de melding had de brandweer met vier stralen de vlammen onder controle. Toen de rook was opgetrokken, troffen zij in de uitgebrande slaapkamers de verkoolde resten van de vier zusjes aan, nog bij hun bedden of in de kledingkast.
Uit het politieonderzoek blijkt dat de brand is ontstaan door oververhitting van twee pannen vlees op het gasfornuis. De intense hitte zette de houten wandbekleding van de keuken in brand, waarna het vuur zich razendsnel door de woning verspreidde.
In Apeldoorn leeft de gemeenschap in diepe verslagenheid. Terwijl buren bloemen en knuffels neerlegden bij het afgezet pand, gingen er ook geruchten over mogelijke opzet van de ouders, omdat zij de deurklinken hadden verwijderd. Die beschuldigingen zijn door de politie nooit bevestigd en de oorzaak blijft een tragisch ongeval. Vader Reichart kreeg desondanks te maken met achterdocht in het dorp, waar enkelen hem spottend “Schele Willem” noemden.
De burgemeester sprak in de vroege ochtend zijn diepste medeleven uit met de familie Reichart. De gemeente vergoedt alle opvang- en psychologische hulp en organiseert binnenkort een bijeenkomst over brandveiligheid in scholen en woningen. Veiligheidsexpert Jonas de Vries waarschuwt dat deze tragedie ons aanspoort nooit een kooktoestel onbeheerd achter te laten, altijd werkende rookmelders te plaatsen en vluchtwegen vrij en toegankelijk te houden. Zo kan worden voorkomen dat een klein keukenongeluk leidt tot onvervangbaar verlies.