
Arendina Johanna de Groot, door vrijwel iedereen liefdevol Dien genoemd, werd op 27 juni 1922 geboren in een eenvoudig boerderijtje in Beekbergen. Ze was de dochter van Reinder de Groot, die zijn brood verdiende als landbouwer, en Anna Schoolderman. Dien groeide op in een groot gezin met zes kinderen, waarin hard werken, saamhorigheid en een sterke verbondenheid met het platteland de toon zetten. Vanaf haar vroegste jeugd voelde zij zich nauw verbonden met de natuur om haar heen en met de verhalen die van generatie op generatie werden doorgegeven.
Op 29 oktober 1942 trouwde ze in Apeldoorn met Derk ter Horst, die werkzaam was als voorwerker, een functie waarin hij het dagelijkse werk op projecten begeleidde en coördineerde. Samen begonnen zij een nieuw hoofdstuk in hun leven. Hun eerste zoon, Wilhelmus, die iedereen Wim noemde, werd geboren in augustus 1946. Drie jaar later, in september 1949, kwam hun tweede zoon Reinder ter wereld. Het gezin vond een warm thuis waarin respect voor de streekcultuur en verbondenheid met de gemeenschap centraal stonden.
Dien had een bijzonder talent voor taal en een groot hart voor het Apeldoorns dialect. Dat dialect, waarin ze zelf was opgegroeid, koesterde ze haar leven lang. Ze beschouwde het als een wezenlijk deel van haar identiteit en als een belangrijk stuk cultureel erfgoed dat bewaard moest blijven. Vol passie zette zij zich in om die taal levend te houden. Ze werd het middelpunt van de dialectgroep en was een bron van inspiratie voor iedereen die geïnteresseerd was in streektaal en historie.
Haar werk bleef niet beperkt tot mondelinge verhalen. Dien schreef meerdere boeken waarin ze haar herinneringen, observaties en verhalen over Apeldoorn en omgeving vastlegde. Een van haar bekendste werken is ‘Rond um Apeldoorne‘, waarin ze op levendige wijze het leven en de mensen van haar streek beschreef. Ook gaf ze poëziebundels uit, waaronder ‘Vrogger en noe‘, waarin ze in het dialect terugkeek op vroeger en reflecteerde op de veranderingen van de tijd. Daarnaast publiceerde ze geregeld stukjes en gedichten in kranten en tijdschriften, waarin haar scherpe observaties en warme betrokkenheid altijd herkenbaar waren.
Samen met haar zus An Jochems-de Groot trad ze regelmatig op bij bijeenkomsten en evenementen. De zussen waren een vertrouwd duo dat met hun voordrachten en rijmende verhaaltjes over van alles en nog wat een breed publiek wist te boeien. Hun gezamenlijke optredens waren geliefd, omdat ze de luisteraars meenamen naar een wereld waarin de verhalen van vroeger weer dichtbij kwamen.
Dien had een feilloos oog voor het alledaagse onrecht en de ongelijkheid in de samenleving. Een treffend voorbeeld daarvan is haar gedicht “MEDIA,” waarin ze op kritische toon beschrijft hoe kranten en televisie volstaan met ellende en machtsvertoon, terwijl gewone mensen nauwelijks gehoord worden. In haar eigen woorden:
Nim ie de krante in de hand,
Dan lèès ie niks as trammelant.
Kiek ie ‘.s oavonds noar de tv,
Daar is ’tok al ’t zelf de mee.
Dan wodt in kleur oe veur e ‘doan
Hoe ie de mensen dood mot slaan.
Wat op dat scherm wodt e ‘brach,
Dreit alles um veul geld en mach.
Soms zie ‘j dan ok de hoge heern.
Die de landen wilt regeern
Gezellig bie mekander zitten.
Heel vake zit ‘r wat te pitten.
Die beurt in ’n moand zo vulle poen,
Woar wie ’t ’n heeljoar mee motten doen.
As die ’n brood bie de bakker goat halen
Motten ze toch net zo vulle as wie betalen.
Ze heb toch ok mar ene maag.
Toch heur ie steeds weer dat geklaag.
Wie kunt er niet rond van kommen.
Dus uut ’s landspot mar weer wat e ‘nommen.
Dat ku ‘j dan in de krante lèzen.
De minima, och dat zal hun ’n zorg wèzen.
Wat kan hun dat bommen.
Die motten mar zien, met wat ze krieg.
Daarmee rond te kommen.
Dat valt veur de drommel echt niet mit
Die aalmoes veur de armen.
Mar ja, wie ’t dichste bie ’t vuur zit
Kan zich ’t beste warmen …
Het leven kende ook diepe dalen. Op 28 juni 1996 overleed haar zoon Wim, slechts 47 jaar oud. Het verlies van haar kind was een klap die ze met veel verdriet droeg. Nog geen twee jaar later, op 19 februari 1998, verloor ze ook haar man Derk, met wie ze meer dan vijftig jaar samen was geweest. Ondanks dit zware gemis vond Dien telkens weer de kracht om door te gaan, gesteund door haar zoon Reinder, haar familie en haar grote kring van vrienden en bewonderaars.
Tot op hoge leeftijd bleef ze actief met schrijven, vertellen en optreden. Haar huis was een plaats waar mensen graag kwamen luisteren, herinneringen deelden en inspiratie vonden. Dien bleef trouw aan haar waarden en haar liefde voor de taal waarin haar hele leven vervlochten zat.
Op maandag 17 januari 2011 overleed Dien in Apeldoorn op 88-jarige leeftijd. Er was veel waardering en respect voor haar betekenis als bewaarder van verhalen, taal en cultuur. Op donderdag 20 januari namen familie, vrienden en kennissen afscheid van haar in het uitvaartcentrum van Monuta aan de Loolaan. De afscheidsplechtigheid werd een dag later gehouden, in de aula van crematorium Heidehof.