
Illustratie van Gerard Klein Leugemors aan zijn bureau.
In de jaren vijftig was Apeldoorn het decor van een bijzonder verhaal. Aan de Brinklaan 139 woonde en werkte Gerard Klein Leugemors, een man die zichzelf geen gewone drogist noemde. In zijn eigen winkel verkocht hij pillen en zalfjes die, naar eigen zeggen, genezing brachten bij ziektes waar artsen het antwoord op schuldig moesten blijven. Kanker, reuma, huidziekten, galstenen: hij had er allemaal iets voor.
Klein Leugemors hoefde zijn patiënten niet eens te zien. Ze schreven hem een brief met hun klachten, en op basis daarvan stuurde hij medicijnen op. Hoe hij wist wat iemand mankeerde? Hij keek naar de sterren. Zijn geneeskunst noemde hij astrologisch en psychometrisch: op afstand stelde hij een diagnose en gaf hij advies. Volgens hem was dat zelfs beter dan wat echte artsen konden. “Ik ben een horlogemaker,” zei hij, “dokters zijn slechts smeden.”
Een drogist met grote beloften
In 1951 schreef een journalist een kritisch stuk over Leugemors. Die vond het gevaarlijk wat er vanuit de Brinklaan de wereld in werd gestuurd. Maar Gerard reageerde opvallend vriendelijk. In een uitgebreide brief nodigde hij de journalist uit voor een “daverend weekend” in Apeldoorn, zodat hij met eigen ogen kon zien hoe goed zijn praktijk werkte. Hij vertelde trots dat zijn bedrijf al 25 jaar bestond, dat hij maar vijf soorten middelen verkocht, maar dat die wereldwijd werden besteld. En: als ze niet werkten, hoefde je niet te betalen.
Op zijn briefpapier stonden twee telefoonnummers en een bankrelatie vermeld, maar géén spreekuur. Bezoek aan huis vond hij overbodig. Alles gebeurde schriftelijk. Volgens zijn eigen zeggen had hij een jaarlijks inkomen van meer dan 130.000 gulden – in die tijd een gigantisch bedrag. En dat terwijl hij nooit iemand in het echt onderzocht.
Verhalen van patiënten
Na publicatie van het artikel kwamen er tientallen brieven binnen van mensen die zich behandeld voelden door Leugemors. Sommigen hadden jarenlang zijn pillen geslikt, voor honderden guldens, maar werden alleen maar zieker. Eén vrouw schreef dat haar benen verlamd raakten na drie jaar lang vijf pillen per dag. Anderen klaagden over pijn, bloedingen en steeds erger wordende klachten.
Veel patiënten ontvingen zogenaamd geruststellende brieven: “U maakt goede vorderingen,” of “De sterren staan gunstig.” Maar in werkelijkheid ging het steeds slechter. En wie vroeg of hij niet beter naar een echte arts kon gaan, kreeg een lacherig antwoord terug, of een nieuw pakket pillen met de mededeling dat bestraling “pas nodig zou zijn als de kruiden niet voldoende werkten.”
Een vrouw overlijdt, de rechtszaak volgt
In 1955 komt het tot een rechtszaak. Een vrouw met huidkanker, afkomstig uit Brabant, had anderhalf jaar lang tabletten van Leugemors geslikt. Ze had slechts één keer een arts gezien. In brieven aan haar en aan anderen beweerde Gerard dat zijn kruiden haar zouden genezen. Maar haar toestand verslechterde, en uiteindelijk overleed ze. Pas toen het te laat was, werd ze doorverwezen naar een huisarts.
In de rechtbank probeerde Gerard zijn aanpak te verdedigen. Hij stelde dat hij zijn middelen afstemde op de stand van de planeten en dat zijn methode uniek was in Nederland. De officier van justitie was echter onverbiddelijk. Hij vond zijn optreden gevaarlijk, onverantwoord en puur gericht op geld. De inspecteur van de volksgezondheid noemde Leugemors’ werk zelfs “afschuwelijk”.
Een arts die met hem samenwerkte, verklaarde dat hij zelf nauwelijks wist wat Leugemors met zijn adviezen deed. Correspondentie met patiënten werd vernietigd, en diagnoses werden gesteld zonder enig onderzoek. Volgens de officier van justitie had Leugemors “een slachtoffer zachtkens de dood ingevoerd.”
De straf die tegen hem werd geëist, bedroeg slechts twee maanden gevangenisstraf. Of hij die straf daadwerkelijk heeft uitgezeten, is niet met zekerheid te zeggen. Wel is duidelijk dat zijn reputatie voorgoed beschadigd was. Na zijn straf keerde Gerard nog korte tijd terug naar zijn woning aan de Brinklaan, maar zijn drogisterij bleef gesloten. Enkele jaren later verliet hij Apeldoorn voorgoed.
Een naam die tot de verbeelding spreekt
Alsof het allemaal niet wonderlijk genoeg was, droeg de man de naam Klein Leugemors – een naam die in deze context haast te symbolisch klinkt om toeval te zijn. Toch was hij echt. In 1947 waren er ongeveer dertig mensen met die achternaam, vooral in Apeldoorn. De naam vindt zijn oorsprong in de Achterhoek, bij Eibergen, waar vroeger een gebied lag dat Loghenmersch heette, wat ‘moerassig land’ betekent. Het deel “leugen” komt vermoedelijk niet van bedrog, maar van een oud Germaans woord als “Lauga”, dat warm water, eed of zelfs vlam betekende. Toch maakt de klank van de naam het verhaal des te wranger.
Wat bleef erover?
Wat begon als een kleine drogisterij aan de Brinklaan, groeide uit tot een van de bekendste kwakzalverpraktijken van Nederland. Gerard Klein Leugemors geloofde heilig in zijn alternatieve geneeswijze. Maar ondertussen bleven zieke mensen hopen op genezing, vertrouwden ze op zijn woorden en kwamen ze soms te laat bij een echte arts. Achter zijn vriendelijke brieven en astrologische taal zat een praktijk die vele levens beïnvloedde – en sommige ook verkortte.
Hij zag zichzelf als een pionier, miskend door de medische wereld. Maar de geschiedenis onthoudt hem vooral als een man die gouden bergen beloofde, terwijl zijn pillen vaak slechts stilte brachten.