
Reconstructie van prepareerbedrijf Max Vervoort aan de Asselsestraat
Aan de drukke Asselsestraat 115, op de hoek met de Elsweg, was tientallen jaren lang een etalage te vinden die tot de verbeelding sprak. Achter het glas stond een opgezette vos, bewegingsloos en indringend starend naar de voorbijgangers. Niet zeldzaam was het dat mensen even bleven staan: kinderen met open mond, ouderen met herkenning, en liefhebbers met bewondering. Dit was de winkel van Max Vervoort, een markante figuur in het Apeldoorn van de jaren zeventig tot begin deze eeuw. Een man met een uitzonderlijk vak en een minstens zo uitzonderlijk levensverhaal.
Van sigaretten naar schedels
Voordat Max zijn intrek nam, was het pand van Jan Bummel, een man die er een sigarettenwinkel genaamd De Viersprong runde. De voorgevel was toen herkenbaar door de vele automaten aan de muur, waarin je tabak of drop kon trekken. Maar op 1 oktober 1970 begon een ander hoofdstuk. De toen twintigjarige Max Vervoort, een excentrieke en doofstomme jongeman, opende hier zijn eigen prepareerwinkel. Hij was getrouwd met Gerie Wijnbergen, en samen bewoonden ze het pand boven de winkel.

Max viel op in de buurt. Niet alleen omdat hij doof was, maar ook door zijn verschijning. Hij droeg vaak een lederhose. Communiceren deed hij met handen, notitieblokjes of met mensen die de moeite namen hem te leren begrijpen.
De kunst van het opzetten
Voor wie het onbekend is: taxidermie is het conserveren van dode dieren op een manier waarop ze levensecht blijven ogen. Max deed dit vanuit zijn schuur achter zijn winkel. Zijn werkruimte rook naar formaline, terpentine en leerlijm. Een houten werkbank stond er vol potjes, pincetten, scalpels, naalden, draad, vacht en ogen van glas. Hier werden vogels ontleed, vellen zorgvuldig geprepareerd, schedels ontdaan van vlees en bewerkt met ammoniak of zout om te conserveren.
Het opzetten zelf was een secuur proces. Eerst werd het dier zorgvuldig gevild, waarbij de huid inclusief veren of vacht behouden bleef. Vervolgens werd de huid gewassen, ontvet en met chemicaliën behandeld. Daarna kwam het reconstrueren: van ijzerdraad of hout maakte Max een frame in de vorm van het oorspronkelijke skelet. De huid werd er nauwkeurig overheen gespannen en vastgenaaid. Glasogen gaven de finishing touch.
Mensen brachten van alles bij hem. Buurtbewoners kwamen met hun overleden parkieten, kanaries of konijnen. Jagers uit de regio lieten reeën, vossen of zelfs wilde zwijnen bij hem prepareren. En soms kwamen mensen gewoon iets kopen: een hertengewei voor aan de muur, een opgezette uil voor in de studeerkamer.
Een stille tragedie
Max en Gerie leefden een rustig leven. Ze waren geliefd in de buurt. Gerie was een vriendelijke, zachte vrouw die regelmatig klanten te woord stond. Maar het noodlot sloeg toe. Tijdens een skivakantie op 5 maart 1986 kwam Gerie om het leven bij een ongeluk op de piste. Het nieuws sloeg in als een bom. In een dankbetuiging in de krant stond:
“Voor de overstelpende blijken van medeleven na het heengaan van mijn lieve vrouw, onze lieve dochter, schoondochter, zuster en schoonzuster GERIE VERVOORT-WIJNBERGEN zeggen wij u allen oprecht dank.
Max Vervoort, familie Wijnbergen, familie Vervoort. Apeldoorn, april 1986. Asselsestraat 115.”
Gerie werd begraven op begraafplaats Heidehof, en Max bleef alleen achter, samen met zijn dieren en herinneringen. Ondanks het verdriet hield hij de winkel draaiende. Misschien juist omdat hij er houvast in vond. In de jaren negentig liep het aantal klanten terug, maar zijn passie bleef.
De overval en het einde
In 2001 werd de winkel overvallen. De details zijn spaarzaam, maar het incident raakte Max diep. Voor iemand die doof was en moeilijk kon communiceren, was het geweld en de dreiging extra ingrijpend, en kon zich sindsdien niet meer veilig voelen in zijn eigen winkel. Op 31 december 2001, na ruim dertig jaar trouwe dienst, sloot hij definitief zijn deuren. Max ging met pensioen.
Vier jaar later, op 16 juni 2005, overleed hij. Hij werd begraven naast zijn geliefde Gerie op Heidehof. Hun namen staan daar nog steeds samen op de steen, verenigd in stilte.