
Peter Hurenkamp, de draaiorgelman van apeldoorn
Op 14 maart 1950 werd aan de Mheenweg 37 in Apeldoorn een jongetje geboren dat de stad later zou kennen als een van haar meest geliefde straatmuzikanten: Peter Hurenkamp. Hij was de zoon van slager Antoon Hurenkamp en Elisabeth Reijerman. Hoewel zijn moeder eerder drie kinderen had gekregen die allen jong overleden, groeide Peter op als enig kind. Misschien werd hij juist daardoor wat extra in de watten gelegd. Het gezin was katholiek en kende vaste gewoonten. De slagerij aan huis zorgde voor een constante bedrijvigheid.

Vader Antoon stond bekend om zijn humor en zijn gewoonte om in het café op lege bierflesjes te trommelen. Moeder Elisabeth was een vrouw die niet terugdeinsde voor het slachten en plukken van een kip in de achtertuin, tot vermaak van de buurtkinderen die vanaf het schoolplein aan de Sperwerlaan, waar het gezin rond 1960 naartoe verhuisde, zicht hadden op haar bezigheden.
De eerste kennismaking met het orgel
Al op jonge leeftijd was Peter gefascineerd door orgelmuziek. Toen hij twaalf jaar was, mocht hij meelopen met de Haagse orgelman Karel Bakker, destijds een bekende verschijning in Apeldoorn. Peter mocht met hem mee de straat op. Karel werd zijn leermeester en samen trokken ze door het centrum, te huur voor feesten, partijen en speciale gelegenheden.
In de beginjaren draaide Karel het orgel nog met de hand, maar rond 1960 werd op de Ambachtsschool aan de Molenstraat een benzinemotor ingebouwd. Dit maakte het werk lichter, al bracht het ook risico’s met zich mee. Een keer raakte Karels lange sjaal verstrikt in het draaiwerk, waardoor hij bijna werd gewurgd. Alleen door snel ingrijpen kon erger worden voorkomen. Het verhaal werd nog jaren naverteld.


Van leerling tot orgelman
Toen Karel overleed, nam Peter het draaiorgel van zijn leermeester over. Op het grote, kleurrijke front prijkte trots zijn naam en adres: “U kunt ons huren voor al uw feesten en partijen – Peter Hurenkamp, Sperwerlaan 30, Apeldoorn – Tel: 30894”.

Hij werd een bekende verschijning in de stad: pet op het hoofd, een glimmend koperen centenbakje in de hand. Hij rammelde op de maat van de muziek en bedankte gevers altijd met een knik of een knipoog. Kinderen waren dol op hem en mochten soms zelfs even aan het orgel draaien. Winkeliers gaven hem vaak pas wat geld nadat alle klanten geholpen waren, waarbij Peter altijd beleefd wachtte en bedankte.
Soms speelde hij op bijzondere momenten. Zo zette hij bij de opening van de nieuwe studio van Radio Apeldoorn in 1989 de straat muzikaal op stelten. Bij een trouwfeest speelde hij tot hilariteit van de gasten “O was ik maar bij moeder thuis gebleven”. En tijdens een rouwstoet in 1976 stopte hij onmiddellijk met spelen, stond stil naast zijn orgel en boog zijn hoofd uit respect.

Anekdotes uit de stad
Peter was geliefd om zijn humor. Een keer werd hij door een bandlid gebeld met de vraag of hij toetsenist wilde worden. Hij speelde het spel mee en na een kwartier zei hij droog: “Maar ik kan mijn orgel niet zelf op het podium krijgen.” Toen de beller vroeg wat voor orgel hij had, antwoordde hij: “Een draaiorgel.” De reactie aan de andere kant van de lijn was onbetaalbaar.
Sommige winkeliers vonden zijn muziek te luid en gaven hem vijf gulden om een stukje verderop te gaan staan. Peter nam het allemaal met een glimlach. Hij wisselde regelmatig zijn rolletjes kleingeld in bij vaste adressen en maakte altijd tijd voor een praatje. “Soms voel ik me meer een sociaal werker,” zei hij eens, “want mensen vertellen me van alles.”




Een leven vol muziek, maar ook tegenslag
Zijn orgel, genaamd Pygmalion, was zijn trots. Toch kende zijn werk ook risico’s. Op weg naar een optreden gleed hij in zijn laatste jaren met zijn Ford Taunus en het orgel van de weg. Hij wist een boom te ontwijken, maar het spatbord van het orgel zit in de boom. De auto gleed door en eindigde op een betonnen hek. Het ongeluk heeft naast de materiële schade vooral psychische schade veroorzaakt. In de winter werd hij extra voorzichtig, soms zelfs panisch, zoals hij zelf toegaf.


Ziekte en afscheid
In de zomer van 2009 kreeg Peter te horen dat hij ernstig ziek was. De diagnose kanker kwam hard aan. Honderden Apeldoorners stuurden hem bloemen, kaarten en brieven. In augustus 2009 nam hij afscheid van zijn publiek. Nog één keer liep hij met zijn orgel door de Hoofdstraat, omringd door warme woorden en herinneringen.
Hij maakte zijn zestigste verjaardag mee en vierde kort daarvoor zijn 34-jarig huwelijk met Trees de Graaf. Een echt feest werd het niet, want de vooruitzichten waren somber. Hij hoopte nog de bruiloft van zijn dochter Natasja mee te maken, maar zover kwam het niet.
Op dinsdagochtend 23 maart 2010 overleed Peter Hurenkamp, 60 jaar oud. Zijn afscheid was bijzonder: hij lag achterop zijn orgel en reed nog eenmaal door de straten. De route ging van de Sperwerlaan via de Stationsstraat, Hoofdstraat, Paslaan en Kerklaan naar de brandweerkazerne aan de Vosselmanstraat. Daarna werd hij in besloten kring gecremeerd.
Nalatenschap
Na zijn dood trouwde dochter Natasja met Daniel Schipper en kreeg ze drie kinderen. Trees overleed in 2015. Peters orgel kreeg een nieuwe bestemming bij een orgelliefhebber in Vleuten, waar het werd gerestaureerd en nu in een museum staat.
In de herinnering van vele Apeldoorners blijft Peter de vriendelijke orgelman die altijd tijd had voor een praatje, een knipoog en een vrolijke noot, weer of geen weer. De hoofdstraat zou zonder Peter nooit meer zo gezellig worden.