
AI-reconstructie van Wim Vaal tijdens een voetbalwedstrijd
In 1952 werd Wim Vaal aangesteld als trainer van het eerste elftal van AGOVV, de Apeldoornse Geheelonthouders Voetbal Vereniging. De club speelde toen al sinds 1927 onafgebroken in de Eerste Klasse Oost en gold als een gevestigde naam in het Nederlandse amateurvoetbal. Vaal kwam naar Apeldoorn met een indrukwekkend cv. Hij behoorde samen met Karel Kaufman tot de eerste lichting officieel gediplomeerde trainers in Nederland, had als speler en trainer bij Hercules gewerkt, de jeugd van Ajax onder zijn hoede gehad en was succesvol geweest bij Veendam.
Historische club met hooggespannen verwachtingen
AGOVV had in de decennia voor zijn komst enkele grote momenten gekend. In 1938 bereikte de club de finale van de KNVB-beker, die op het terrein van UVV met 1-4 verloren ging van VSV. De seizoenen 1941/1942 en 1948/1949 waren hoogtepunten, waarin de Apeldoorners kampioen werden van de Eerste Klasse Oost en in de kampioenscompetitie om de landstitel derde eindigden. Dat waren de enige keren dat AGOVV daadwerkelijk om het Nederlands kampioenschap speelde.
Toen Vaal naar Apeldoorn kwam, leefde er hoop dat hij de club kon helpen om opnieuw op dat niveau mee te doen. Voorzitter Etty Landaal prees bij zijn aanstelling niet alleen zijn vakkennis, maar ook zijn persoonlijkheid en mentaliteit. Vaal had uitstraling en sprak spelers aan met zelfvertrouwen en soms ook met een scherp randje.
Een uitgesproken en eigenzinnige stijl
Vaal stond bekend als iemand die het spel doorzag, maar ook als een man die het gezag niet altijd even subtiel handhaafde. In de kleedkamer kon hij direct en hard zijn, soms op het bot af. Hij hield van kameraadschap, maar zijn stijl was niet voor iedereen even gemakkelijk. Zijn openhartigheid, koppigheid en de neiging om de grenzen van de discipline op te zoeken, zorgden voor wrijving met spelers en bestuur.
Overgang naar het betaald voetbal
Het seizoen 1954 was een kantelpunt. Het Nederlandse betaald voetbal werd ingevoerd en AGOVV maakte de overstap naar de nieuwe profstructuur. Vaal stond in deze overgangsperiode aan het roer. De ploeg begon bescheiden en eindigde in de Eerste klasse D op de twaalfde plaats, wat destijds degradatie betekende binnen het nieuwe systeem. Hierdoor kwam AGOVV het seizoen erna niet meer op het hoogste profniveau uit, maar legde de club wel de basis voor een periode waarin zij van 1956 tot 1962 in de Eerste Divisie zou spelen en later in de Tweede Divisie. Onder de spelers in deze periode bevonden zich doelman Joop Niezen, die later hoofdredacteur van Voetbal International werd, en midvoor Sietze de Vries.
Spanningen achter de schermen
Ondanks de sportieve stappen naar een professionelere opzet, rommelde het achter de schermen. In 1954 verlengde het bestuur zijn contract zonder overleg met de Technische Commissie, terwijl er intern kritiek was op zijn functioneren. Vaal werd meerdere keren door het bestuur ontboden om zijn gedrag te bespreken. In de wandelgangen werd gesproken over zijn ruime drankgebruik en zijn voorkeur voor gezelschap buiten het veld. Hoewel niet alles te bewijzen viel, hing er een sfeer van spanning tussen de trainer en sommige clubfunctionarissen.
Langste dienstverband en vertrek
Toch hield hij het bij AGOVV langer vol dan bij veel andere clubs. Waar hij meestal na één of twee seizoenen vertrok, bleef hij in Apeldoorn drie jaar. Pas na het seizoen 1954/1955 vertrok hij naar AFC in Amsterdam. Daarmee eindigde zijn langste dienstverband bij een club.
Een dubbel beeld
Zijn tijd bij AGOVV liet een dubbel beeld achter. Aan de ene kant was hij de man die de ploeg leidde in de historische overgang van topamateur naar profclub. Aan de andere kant werd zijn periode gekenmerkt door interne spanningen, persoonlijke controverse en het gevoel dat de samenwerking, hoe veelbelovend ook begonnen, nooit volledig tot bloei kwam. Voor veel Apeldoorners blijft Wim Vaal een markante figuur. Hij was een vakman met een sterke eigen wil, die het veld kleur gaf en zowel bewondering als kritiek opriep.