
Van Gerrevink aan de Nieuwstraat, 1968
Op 27 oktober 1879 opent Reinier van Gerrevink aan de Nieuwstraat, op de hoek met de Mariastraat, een handel in lompen, huiden, oud papier, beenderen en vellen. Hij zet daarmee de stap van papier maken naar grondstoffen verzamelen. Wat aan de ene kant afval lijkt, is aan de andere kant waardevol materiaal voor fabrieken. De handelaar schakelt tussen huishouden, werkplaats en fabriek. Dat is meteen de kern van het bedrijf. Inkopen, wegen, sorteren en partijen maken die groot genoeg zijn om door te verkopen.
Hoe de handel werkte
De dag begon met de weegschaal. Kleine partijen kwamen met handkarren en paard en wagen binnen. Grote partijen werden aan de achterzijde gelost. Alles werd eerst gewogen, daarna beoordeeld. Katoenen en linnen lompen leverden de beste vezels voor papier. Wol en gemengde stoffen gingen apart. Huiden en vellen vroegen koele opslag en een snelle doorloop. Beenderen waren grondstof voor lijm en gelatine. Oud papier werd per soort gescheiden, omdat elke fabriek eigen eisen stelde aan vezellengte, kleur en vervuiling. De sorteerploeg kende het verschil tussen krantenpapier, kantoorpapier en karton. Zo ontstond per dag een mozaïek van keurig geordende stapels. Aan het eind van de week gingen de beste partijen op transport naar papierfabrieken en gieterijen.
Familiebedrijf in wording
Na het overlijden van Reinier in 1891 nam zijn vrouw de leiding over. Dat was geen formaliteit, maar een werkdag vol beslissingen. Er moest worden ingekocht, verkocht en betaald. Toen de zonen Derk en Reinier in 1873 instapten, werd de basis gelegd voor continuïteit. Rond 1900 kozen zij voor de naam Gebr. van Gerrevink. Die naam vertelde precies wat het was. Een familiebedrijf waarin iedereen meewerkte en waarin kennis van materialen werd doorgegeven aan de volgende generatie. De jongens leerden al jong hoe je lompen knipt, hoe je een partij controleert op vocht en hoe je met leveranciers een eerlijke prijs afspreekt.
Groei in een veranderende stad
Apeldoorn groeide en met het dorp groeide de aanvoer. Winkels leverden verpakkingspapier, drukkerijen brachten snijafval, slagers en leerlooiers brachten huiden en vellen. De opslag in het pakhuis aan de Nieuwstraat werd stap voor stap uitgebreid. Er kwamen betere karren, sterkere vloeren en later een vaste laadplek waar wagens snel konden keren. De handel vroeg om vertrouwen. Leveranciers wilden meteen afrekenen, fabrieken wilden constante kwaliteit. Van Gerrevink bouwde aan beide kanten aan relaties die tientallen jaren standhielden.

De jaren twintig en dertig
In de jaren twintig kwam een nieuwe generatie op. Reinier, geboren in 1907, groeide letterlijk naast het pakhuis op en kende het werk van binnenuit. Hij trouwde in 1935 met Johanna Dijkgraaf en bleef naast het bedrijf wonen. De zaak draaide op routine en vakmanschap. Er werd zuinig gewerkt. Vloeroppervlak was kostbaar, dus elke meter werd benut. Er kwamen vaste routes in het pakhuis, zodat inkomende en uitgaande stromen elkaar niet in de weg zaten. De weegschaal werd elk jaar gekeurd en de boeken werden nauwkeurig bijgehouden. Inkoopprijzen en verkoopprijzen schommelden met de markt. Het was elke week rekenen en kiezen.
Oorlog en verzet
De bezetting brak de routine. Het pakhuis bleef een pakhuis, maar kreeg er een gewetensvraag bij. Reinier kon slecht tegen onrecht en raakte betrokken bij het verzet. De ruimte tussen balen papier en bundels metaal bood soms een veilige schuilplek. Er werd informatie doorgegeven en er werden mensen geholpen. In september 1944 werd de groep rond Narda van Terwisga verraden. Op 2 oktober 1944 werd Reinier samen met zeven anderen zonder proces geëxecuteerd. Zijn naam staat op het monument bij het huidige ’s Heeren Loo. Het bedrijf en de familie droegen dat verlies. De zaak moest door. Niet alleen om te bestaan, maar ook om recht te doen aan wat weggenomen was.
Wederopbouw en professionalisering
Na 1945 moesten stad en land worden hersteld. De vraag naar metaal en papier was groot. Inzamelen en scheiden werd een vak dat steeds meer kennis vroeg. Er kwamen vaste leveringscontracten met papierfabrieken en smelterijen. De sorteerregels werden strenger. Nat papier werd geweigerd, vervuilde partijen gingen terug of werden tegen lagere prijzen ingenomen. De weging werd aangepast aan grotere volumes en de logistiek werd planmatiger. Het pakhuis aan de Nieuwstraat werd meerdere keren verbouwd. De stad werd drukker en vrachtwagens werden groter. Het werd duidelijk dat er op termijn meer ruimte nodig was.
Verhuizen voor ruimte en veiligheid
In 1972 verhuisde het bedrijf naar Sint Maarten 2. Die stap gaf lucht. Er kwam een weegbrug voor zware combinaties. Het terrein werd ingedeeld in duidelijke vakken voor papier, karton, ferro en non ferro. Er kwamen vaste rijroutes en een overzichtelijke laadzone. Stofbeperking, brandveiligheid en nette afscherming werden onderdeel van de dagelijkse praktijk. Klanten merkten het verschil. Wagens konden sneller lossen, partijen waren schoner en documenten waren op orde. De stap naar een modern grondstoffenbedrijf was gezet.
De vierde generatie neemt over
In 1991 droeg Jacob Derk het bedrijf over aan zijn zoon Rinke, geboren in 1952. De naam werd aangepast naar Van Gerrevink B.V. De rechtsvorm paste bij de schaal en de tijd. Klanten vroegen certificering, meetrapporten en heldere herkomstgegevens. De organisatie werd daarop ingericht. Er kwamen vaste procedures voor kwaliteitscontrole en naspeurbaarheid. De kern bleef hetzelfde. Goed scheiden, netjes werken en afspraak is afspraak. Maar er kwam een laag bij van meten en rapporteren, die nodig was om te kunnen leveren aan grote papierlijnen en smelters.
Vijfde generatie en verbreding tot groep
Na het plotseling overlijden van Rinke in 2012 nam Marc van Gerrevink het bedrijf over. Hij vormt samen met Adriaan de Putter de directie van de Van Gerrevink Groep. De term groep zegt iets over de breedte van het werk. Inzameling, sortering, bewerking en vervoer vragen verschillende specialismen die wel op elkaar moeten aansluiten. Het bedrijf investeerde in efficiënte overslag, betere persinstallaties en zorgde dat de kwaliteit van uitgaande partijen stabiel bleef. Dat is waar klanten om vragen. Een baal die vandaag wordt geleverd, moet volgende maand dezelfde eigenschappen hebben.
Koppeling van logistiek en sloop
Op 15 december 2023 werd Jan Zevenhuizen B.V. overgenomen van de familie Bosman. De afvaltak ging op in Van Gerrevink. Het transportbedrijf ging binnen de groep verder als specialist in infra, sloop en transport. Daarmee werd de keten korter. Een sloopproject levert direct zuivere stromen op die zonder omweg naar sortering en verwerking kunnen. Minder overslag betekent minder verlies en een hogere opbrengst per ton. Voor opdrachtgevers is dat overzichtelijk. Voor de groep betekent het dat planning, veiligheid en kwaliteit in één hand komen.
Wat het bedrijf kenmerkt
Wie door de tijd heen kijkt, ziet steeds dezelfde houding. Kijk goed wat er binnenkomt, scheid het zo dat het elders direct bruikbaar is en lever op tijd en volgens afspraak. Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt vakmensen die materialen herkennen op zicht en gevoel, planners die ritten strak organiseren en mensen op het terrein die veiligheid en netheid vanzelfsprekend vinden. Het is ook een familiesfeer waarin kennis wordt doorgegeven. Hoe voelt droog papier? Wanneer laat je een partij terugkomen? Wat zeg je tegen een leverancier die keer op keer te nat aanlevert? Dat zijn dagelijkse keuzes die het verschil maken.
Vandaag en morgen
Van Gerrevink is een Apeldoorns bedrijf met vijf generaties geschiedenis en een blik vooruit. Het bedient drukkers en papiermakers, bouwers en slooppersoneel, gemeenten en bedrijven. Het levert geen afval, maar grondstoffen. Dat vraagt elke dag opnieuw precies werken en eerlijk wegen. Zo begon het in 1879 aan de Nieuwstraat. Zo gaat het verder aan Sint Maarten. En zo blijft het bedrijf van waarde voor de stad en voor iedereen die van reststromen opnieuw bruikbare materialen wil maken.