
Herinneringsplaquette voor Frank van Bijnen in de Willem III kazerne
Op dinsdag 28 november 1944 hing er een bleke winterglans over Apeldoorn. De nachtvorst had de daken een witte laag gegeven. Vanuit het westen reed een donkere personenauto de stad in. Het leek een gewone wagen, met een chauffeur die zijn handen warm probeerde te houden. Achter het stuur zat Huibert Verschoor, een man die wist hoe je onopvallend langs een wachtpost komt. Naast hem zat Jan van Bijnen, schuilnaam Frank, 34 jaar oud, geboren in ’s-Hertogenbosch en landelijk sabotagecommandant van de Knokploegen. Achterin zat Samuel Esmeijer, 23 jaar, uit Rotterdam. Hij was politieman van opleiding, maar in het verzet gegroeid tot iemand die durfde te tellen hoeveel passen er zaten tussen twee wachtrondes.
In zijn dossier stond een prestatie die in het verzet met stille bewondering werd doorverteld: de bevrijding van tientallen gevangenen uit een politiebureau in Rotterdam. De drie mannen spraken niet meer. Het plan was bekend. Er hoefden geen woorden meer aan vuil gemaakt te worden.
De gevaarlijke verkenning
In Utrecht was een verzetsbijeenkomst verraden. Belangrijke mannen waren daar opgepakt, met papieren op zak en adressen in hun hoofd. De Duitsers brachten deze buit naar de Willem III-kazerne in Apeldoorn, een zwaarbewaakt terrein met barakken, hekken en prikkeldraad. Vrij komen uit die kazerne zou nooit via een loket gaan. Alleen een razendsnelle actie, uitgevoerd met precisie, zou kans van slagen hebben.
Frank en Samuel kwamen kijken waar de zwakke plekken zaten. Huibert reed langs de sportvelden van AGOVV en zette de auto zo neer dat niemand zou zien wie hij had gebracht. Ze stapten uit bij de rand van het open terrein, waar gras en zand elkaar ontmoetten. Er was afgesproken dat er geen wapens mee het Sperrgebiet in mochten. Zo konden ze, als ze werden aangehouden, doen alsof ze verdwaalde burgers waren. Frank hield zich hieraan. Samuel niet. Hij had toch een pistool in zijn zak gestopt, als een soort verzekering.
Ze liepen via de Asselsestraat de Frankenlaan in. Achter de ramen brandde vreemd licht, veroorzaakt door de inkwartiering van Duitse soldaten. Op het veld lagen die soldaten in de rijp, geweren naast zich, helmen op armlengte afstand. Achter het doornige struikgewas glinsterde prikkeldraad. Verderop lag het kazerneplein met de barakken en de route naar de poort. Frank telde het ritme van de wacht: links, rechtuit, kruising, terug. Samuel keek anders. Hij zag kansen in spleten en schaduwen.
Het incident
Ze wilden niet dichterbij dan nodig was. Maar oorlog houdt zich niet aan plannen. Uit de richting van de poort kwam een Duitse officier aanfietsen. Hij droeg een gesloten winterjas, zijn laarzen glommen. Zijn blik was scherp. Hij riep kortaf: “Papieren. Kom hier.” Frank stond rechtop en probeerde de houding van een degelijke burger aan te nemen. Samuel bleef ontspannen. De officier wenkte een soldaat die zonder moeite door het prikkeldraad kwam.
In een fractie van een seconde trok Samuel zijn pistool. Het voelde koud, maar het mechaniek klikte en deed niets. De officier week niet, riep bevelen. De soldaat greep in. Aan de overkant van het veld kwam een tweede patrouille dichterbij. Frank liet zijn papieren zakken en rende naar links, weg van de poort, de struiken in. Samuel rende mee, zijn jas wijd open. Schoten klonken.
Frank verloor het pad en rende het dichte struikgewas in. Takken sneden zijn gezicht open. Samuel ging naar rechts, richting de zandwal bij het sportveld, waar prikkeldraad lag. De eerste kogel miste, de tweede sloeg in het zand, de derde trof doel. Hij zakte in elkaar.
Frank bleef hangen in het prikkeldraad. Soldaten sleurden hem los. In zijn jas vonden ze een dubbelgevouwen stuk papier: een plattegrond van de kazerne. De actie was voorbij.
De gevolgen
Frank werd met meerdere schotwonden naar het Kriegslazarett aan de Deventerstraat gebracht, in de gebouwen van de St. Josephstichting. Het rook er naar ontsmettingsmiddel en zeep. Zijn kleding was doordrenkt van bloed. Hij ademde zwaar, sprak weinig, maar liet niets los dat anderen in gevaar kon brengen. Samuel bleef liggen waar hij gevallen was. Duitse soldaten begroeven hem eerst nabij de plek van het incident, zoals vaker gebeurde in de haast van die dagen. Na de oorlog is Samuel Esmeijer herbegraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats in Driebergen
Met de plattegrond in handen trokken de Duitsers de beveiliging rond de kazerne nog strakker aan. De mannen die in Utrecht waren opgepakt, begrepen dat het mislukte verkenningswerk geen toeval was, maar een kettingreactie die ook hun lot zou bepalen. Kort daarna overleed Frank aan zijn verwondingen.
Niet lang daarna werden op het kazerne-terrein mannen geëxecuteerd, onder wie een Amerikaanse piloot en dertien verzetsmensen. De salvo’s – korte reeksen geweerschoten die tegelijk werden afgevuurd – klonken door het Orderbos en kaatsten als een echo terug tussen de bomen.
Vandaag zie je aan de Sportlaan sporters, honden en fietsers. Maar de grond weet wat er gebeurde. Wie daar loopt en het verhaal kent, hoort nog steeds het bevelende geluid van een Duitse stem. De mislukte verzetsactie van Frank van Bijnen, Samuel Esmeijer en Huibert Verschoor leeft stil voort in Apeldoorn. Op 31 augustus 1985 werd een deel van de Koning Willem III‑kazerne hernoemd tot Frank van Bijnenkazerne, als blijvend eerbetoon aan zijn moed en offer.