
Theodorus Johannes Boks
Theodorus Johannes Boks – roepnaam Theo – werd geboren op 14 mei 1835 in het Veluwse dorp Beekbergen. Hij was de zoon van koopman Derk Boks (1791–1862) en Johanna Brouwer (1800–1836). Zijn moeder overleed toen hij nog geen jaar oud was. Hij groeide op in een groot gezin in het ouderlijk huis aan de rand van het bosrijke Apeldoorn, waar hij al op jonge leeftijd zijn vaders koopmanschap meekreeg.
Na het overlijden van zijn vader in januari 1862 stond Theo op eigen benen. Zijn scherpe gevoel voor handel en organisatie – zichtbaar in latere advertenties – kreeg hij letterlijk met de paplepel ingegoten.
Op 18 april 1867 trouwde Theo met Christina Geertruida Recter uit Rhenen. Zij droeg zoals gewoonlijk de traditionele Apeldoornse klederdracht, wat destijds getuigde van zowel klasse als plaatselijke verbondenheid.

Het echtpaar kreeg vijf kinderen, waarvan hun dochter in 1869 overleed:
- Derk Berend Boks (1868–1937)
- Aleida Christina Geertruida Johanna Boks (1869–1869)
- Dirk Hendrik Boks (1870–1944)
- Albert Johan Boks (1871–1936)
- Theodorus Johannes Christiaan Boks (1880–?)
Het gezin bewoonde een ruime woning aan de Dorpstraat 22 en beschikte over meerdere dienstbodes, kindermeisjes en loopjongens. Ze genoten een zekere welstand, maar Theo bleef altijd betrokken bij het dagelijks reilen van zijn zaak.
In 1863 begon Theo zijn eigen manufacturenzaak onder zijn woning aan de Dorpstraat in Apeldoorn. In eerste instantie op huisnummer 22, later kreeg het nummer 41. Hij bouwde de winkel uit tot een kwaliteitszaak voor:
- stoffen en japonwaren
- pelterijen en bont
- heren- en damesconfectie
- kinderkleding, hoeden, paraplu’s
- en exclusieve producten als Dr. Jaeger-ondergoed uit Stuttgart

Rond 1890 werd het winkelpand grondig verbouwd en hernummerd naar Dorpstraat 65. De winkel was inmiddels zo succesvol dat zijn naam “T. J. Boks” in heel Apeldoorn bekendheid genoot. De manufacturenzaak groeide uit tot een toonaangevende modewinkel. Klanten kwamen er niet alleen voor stoffen en japonwaren, maar ook voor pelterijen, heren- en damesconfectie, hoeden, kinderkleding, paraplu’s en exclusieve importartikelen zoals Dr. Jaeger-goederen uit Stuttgart.
Zijn winkel stond bekend om haar fraai ingerichte etalages, waarin de laatste mode uit Parijs naast praktische kleding voor de Veluwse burgerij werd getoond. De zaak verwierf zoveel faam dat Theo uiteindelijk werd benoemd tot hofleverancier – een teken van hoge kwaliteit en betrouwbaarheid.
Naast zijn winkel was Theo een bekend figuur in Apeldoorn. Zo deed hij mee aan de jaarlijkse schietwedstrijden van de Koninklijke Schietvereniging “De Kroonprins”. Hij bleek een geweldige schutter te zijn en verwierf faam in Apeldoorn als “de man met het vaste oog” – een kampioen met een ongeëvenaarde precisie. Zo won hij jarenlang achter elkaar de eerste prijs bij buksschietwedstrijden op 200 passen.
Daarnaast werd hij meerdere keren verkozen tot lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Apeldoorn – waaronder in 1876, 1880 en 1884. In deze functie vertegenwoordigde hij de belangen van lokale middenstanders en fabrikanten. Zijn betrokkenheid bij de lokale economie en zijn nette reputatie maakten hem een gerespecteerd figuur binnen de burgerij van Apeldoorn.
Ook met de winkel ging het steeds beter. Zo opende zijn zoon, onder dezelfde naam, een tweede filiaal in Zutphen. Zelf bleef Theo actief tot zijn 58e. In januari 1893 verkocht hij zijn zaak in Apeldoorn aan Johannes Hendrikus van der Pol, die deze onder eigen naam voortzette. In advertenties bleef nog geruime tijd vermeld: “voorheen T. J. Boks.”
Na de verkoop van zijn winkel besloot Theo zijn woonwens te verwezenlijken. Hij kocht een oude villa aan de statige Loolaan, A 538, en liet deze afbreken. In datzelfde jaar gaf hij opdracht tot de bouw van een nieuwe villa op hetzelfde perceel. Hieronder een foto van het pand in latere jaren.

De bouw werd uitgevoerd door aannemer Willem de Bruin van de Loseweg, voor een bedrag van 5870 Gulden, een aanzienlijk bedrag in die tijd. Het pand was royaal en modern, passend bij zijn status als welgesteld oud-winkelier die eindelijk van zijn pensioen kon genieten. En dat deden ze, want ook in deze dagen nam hij personeel aan die het dagelijks werk verlichtte.
In maart 1904 overleed zijn geliefde echtgenote Christina Geertruida Boks–Recter, met wie hij 37 jaar getrouwd was. Ze werd begraven op de begraafplaats aan de Soerenseweg.
Drie jaar later, op 8 maart 1907, overleed Theo zelf in zijn woning aan de Loolaan, 71 jaar oud. Hij werd begraven bij zijn vrouw, bij wie hij een leven lang trouw was gebleven.
