
Vijver in de Matenpark
In de jaren ’70 en ’80 werden aan de oostkant van Apeldoorn veel nieuwe woonwijken gebouwd, zoals De Maten, Osseveld en Welgelegen. De grond in dit gebied was van nature erg nat. Om de wijken droog te houden, werden grote vijvers aangelegd die het grondwater moesten opvangen.
Dat grondwater komt vanuit de Veluwe en bevat van nature veel ijzer. Wanneer dit ijzerrijke water omhoogkomt (dat heet ‘kwel’) en in aanraking komt met zuurstof, ontstaat er een reactie: het ijzer verandert in roestdeeltjes. Die blijven in het water zweven en geven het die bruine kleur. Dit is geen vervuiling, maar een natuurlijk verschijnsel.
Niet alle vijvers kleuren even bruin. Dat hangt onder andere af van:
- de hoeveelheid ijzerrijk grondwater;
- de samenstelling van de bodem (meer of minder slib);
- het zuurstofgehalte in het water;
- of er vooral regen- of grondwater in de vijver zit.
Ook speelt nitraat een rol. In grondwater met veel nitraat bindt ijzer zich minder snel, waardoor de bruine kleur vaak minder opvalt.
Het bruine water oogt misschien troebel, maar is meestal schoon. Sommige planten, zoals het zeldzame duizendknoopfonteinkruid, groeien juist goed in dit type vijvers. Veel bewoners zijn inmiddels gewend aan de kleur en zien het als iets dat bij Apeldoorn hoort.
In de afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor natuurlijke processen in het waterbeheer. Waar vroeger de nadruk lag op afwatering, draait het nu steeds vaker om het vasthouden van water, het voorkomen van verdroging en het versterken van natuur en beleving. De bruine vijvers passen daarin perfect: ze zijn geen probleem, maar juist een typisch en waardevol onderdeel van het Apeldoornse landschap.