
Wilhelm Conrad Röntgen
Op 27 maart 1845 werd Wilhelm Conrad Röntgen geboren in het Duitse Lennep, gelegen in het heuvelachtige Westfalen. Zijn vader, Friedrich Conrad Röntgen, verdiende de kost als textielhandelaar. Zijn moeder, Charlotte Constanze Frowein, kwam uit Amsterdam en bracht Hollandse nuchterheid mee in het gezin. Toen Wilhelm drie jaar oud was, verhuisde het gezin naar Apeldoorn. Daar groeide Wilhelm op, omringd door de rust van de Nederlandse natuur en de cultuur van zijn moeders geboorteland. Op de particuliere lagere school van Martinus Herman van Doorn ontdekte Wilhelm zijn eerste liefde voor kennis. Hier legde hij niet alleen de basis voor zijn latere wetenschappelijke nieuwsgierigheid, maar paste hij zich ook moeiteloos aan de Nederlandse gewoonten en taal aan.
De vormende jaren: integriteit en eerste tegenslagen
Als jonge tiener koos Wilhelm, deels onder invloed van zijn vader, voor een technische richting. Hij werd toegelaten tot de ambachtsschool in Utrecht, waar het dagelijks leven in het teken stond van hard werken en leren. In deze periode woonde hij bij zijn scheikundeleraar Jan Willem Gunning, die hem inspireerde en zijn fascinatie voor natuurwetenschap aanwakkerde. Wilhelm stond bekend als plichtsgetrouw, leergierig en rechtvaardig. Zijn karakter werd op de proef gesteld toen hij werd gevraagd om een medeleerling te verraden die een karikatuur van een leraar had getekend. Wilhelm bleef trouw aan zijn principes en weigerde. Dit kostte hem zijn plek op school en betekende dat hij zijn opleiding niet formeel kon afronden.
De zoektocht naar kennis en erkenning
Zonder diploma en zonder vooruitzicht op een officieel erkend vervolgtraject probeerde Wilhelm in 1865 toch aan de Universiteit Utrecht te studeren. Door zijn gebrekkige kennis van klassieke talen werd hij afgewezen als reguliere student, maar hij mocht wel als toehoorder colleges volgen. Bij de studentenvereniging Natura Dux Nobis et Auspex vond hij gelijkgestemden en bleef hij zich ontwikkelen.
Nieuwe kansen in Zwitserland
Alles veranderde toen hij hoorde dat de Eidgenössische Technische Hochschule (ETH) in Zürich geen diploma, maar een toelatingsexamen eiste. Wilhelm greep deze kans met beide handen aan, verhuisde naar Zwitserland en slaagde voor het toelatingsexamen. Tussen 1865 en 1868 studeerde hij werktuigbouwkunde in Zürich, waar hij al snel opviel door zijn scherpe inzicht en werkethiek. In 1868 behaalde hij zijn ingenieursdiploma met uitstekende cijfers.
Aangemoedigd door zijn succes besloot Wilhelm zich verder te verdiepen in de natuurkunde. Onder begeleiding van de invloedrijke fysicus August Kundt promoveerde hij op 22 juni 1869 op een proefschrift over de dichtheid en expansie van gassen. Het was bijzonder voor die tijd dat iemand zonder traditioneel schooldiploma zo ver kon komen.
Het begin van een academische carrière
Na zijn promotie bleef Wilhelm als assistent werken bij Kundt. Samen trokken ze langs verschillende universiteiten: eerst naar Würzburg en later naar Straatsburg. In Straatsburg behaalde Wilhelm het recht om als docent op te treden. In deze periode groeide zijn reputatie als nuchtere, hardwerkende en eerlijke wetenschapper.
Wilhelm bouwde verder aan zijn academische loopbaan en vervulde verschillende leerstoelen. In 1875 werd hij hoogleraar in Stuttgart (Hohenheim), gevolgd door aanstellingen in Straatsburg, Gießen en uiteindelijk Würzburg. In elke stad liet hij een blijvende indruk achter door zijn nauwgezette onderzoek en toewijding aan zijn studenten.
Persoonlijk geluk en een nieuw thuis
Tijdens zijn jaren in Zürich ontmoette Wilhelm de liefde van zijn leven, Anna Bertha Ludwig. Zij was de dochter van een Duitse revolutionair en deelden samen het verlangen naar intellectuele vrijheid. Op 19 januari 1872 traden Wilhelm en Anna in het huwelijk in Apeldoorn. Het stel bleef kinderloos, maar in 1887 adopteerden ze hun nichtje, Josephine Bertha Ludwig, en gaven haar een warm thuis.
De grote ontdekking in Würzburg
Het echte keerpunt in zijn carrière kwam in 1895, toen Wilhelm in zijn Würzburgse laboratorium experimenteerde met kathodestraalbuisjes. Tijdens een avondvullend experiment ontdekte hij tot zijn verbazing dat een stuk karton begon op te lichten, zonder dat er zichtbaar licht op viel. Nacht na nacht werkte hij door, en langzaam ontrafelde hij het mysterie van deze onzichtbare stralen. Op een dag maakte hij een foto van de hand van zijn vrouw Anna Bertha. Op de afbeelding waren haar botten én haar trouwring zichtbaar, een beeld dat de wereld zou veranderen.
Met deze ontdekking, die later naar hem werd vernoemd, werd het mogelijk om in het menselijk lichaam te kijken zonder te snijden. Artsen, wetenschappers en patiënten over de hele wereld zagen onmiddellijk het belang van deze vondst. Binnen korte tijd werd het nieuws over de röntgenstralen een wereldsensatie.

Roem, bescheidenheid en nalatenschap
In 1901 werd Wilhelm Conrad Röntgen onderscheiden met de allereerste Nobelprijs voor de Natuurkunde. Het prijzengeld schonk hij aan het laboratorium van de Universiteit van Würzburg. Röntgen bleef bescheiden en vond niet dat de stralen zijn naam moesten dragen. Hij weigerde een patent en was van mening dat wetenschappelijke kennis vrij beschikbaar moest zijn voor iedereen.
In 1908 ontving hij een van de hoogste Duitse onderscheidingen, de Orde “Pour le Mérite”, als erkenning voor zijn verdiensten.
De laatste jaren en zijn overlijden
De laatste decennia van zijn leven bracht Röntgen door in München. Hij bleef actief in het wetenschappelijk onderzoek, maar trok zich langzaam terug uit de openbaarheid. Op 10 februari 1923 overleed Wilhelm Conrad Röntgen aan darmkanker, in alle rust. Tijdens zijn leven had hij altijd zorgvuldig lood gebruikt om zich te beschermen tegen straling, maar zijn ziekte werd nooit direct aan zijn werk gekoppeld. Zoals hij had gevraagd, werden na zijn dood al zijn persoonlijke en wetenschappelijke aantekeningen vernietigd, zodat zijn privacy en die van zijn familie gewaarborgd bleef.
Een blijvende erfenis
De ontdekking van de röntgenstralen veranderde de medische wereld voorgoed. Tot op de dag van vandaag kijken artsen over de hele wereld dwars door huid en botten heen, dankzij het werk van een wetenschapper uit Lennep en Apeldoorn.
In Apeldoorn leeft zijn naam voort. Sinds 1967 is er in zijn oude woonplaats een straat naar hem vernoemd: de Professor Röntgenstraat. Daarmee is Röntgen niet alleen in de medische wetenschap, maar ook in het Apeldoornse straatbeeld blijvend zichtbaar aanwezig.