
Park Berg en Bos. Hoofdingang Berg en Bos en Apenheul
Op 12 juli 1971 werd Apeldoorn een unieke attractie rijker: de Apenheul, een innovatief apenpark gelegen in een bestaand natuurreservaat in Midden-Nederland. De opening markeerde de verwezenlijking van een jarenlange droom van de 30-jarige Wim Mager uit Spijkenisse, die zijn passie voor apen naar een hoger niveau tilde met de oprichting van dit revolutionaire park. Na jaren van voorbereidingen, onderzoek en plannen opende de Apenheul uiteindelijk zijn deuren voor het publiek, met een concept dat de traditionele dierentuin op zijn kop zette.

Bij de opening van de Apenheul werden bezoekers verwelkomd in een park waar apen vrij rondliepen tussen de mensen. Dit was een volledig nieuw en gedurfd concept dat al snel bleek aan te slaan bij het publiek. In het park konden bezoekers verschillende apensoorten van dichtbij bewonderen, waaronder wolapen, dwergapen en slingerapen. In plaats van opgesloten te zitten in kooien, bewogen de dieren zich vrij door hun nieuwe omgeving, wat hen in staat stelde om hun natuurlijke gedrag te vertonen.
Het park was vanaf de eerste dag een groot succes. De apen voelden zich duidelijk thuis in hun nieuwe omgeving, en al snel werden de eerste jongen geboren. Dit was niet alleen een bewijs van het welzijn van de dieren, maar ook een bron van grote vreugde voor de bezoekers, die getuige konden zijn van het jonge leven in de Apenheul. De natuurlijke leefomgeving en de interactie tussen mens en dier maakten de Apenheul tot een populaire bestemming voor zowel jong als oud.

De Apenheul was bij de opening verdeeld in twee hoofdeilanden, omringd door een zeven meter brede watergracht. Op het grootste eiland, dat twee hectare besloeg, werden de gorilla’s ondergebracht, terwijl de wolapen hun thuis vonden op een eiland van anderhalve hectare. De eilanden waren bebost en voorzien van speelweiden, waardoor de apen de ruimte hadden om te bewegen en te spelen. De binnenverblijven van de apen waren ruim en boden de dieren het hele jaar door toegang tot de buitenlucht.

Vanaf de opening was een belangrijk doel van de Apenheul om het publiek bewust te maken van het belang van natuurbehoud en het welzijn van dieren. Langs de paden in het park stonden informatieve borden die bezoekers hielpen de verschillende apensoorten te herkennen en meer te leren over hun unieke eigenschappen. Wim Mager had vanaf het begin een duidelijke visie: de Apenheul moest niet alleen een recreatieve bestemming zijn, maar ook een plek waar mensen konden leren en geïnspireerd raakten om beter voor de natuur te zorgen.
Het succes van de Apenheul in de eerste jaren na de opening leidde al snel tot uitbreidingsplannen. Wim Mager zag de positieve reacties van het publiek en de succesvolle voortplanting van de apen als een bevestiging dat zijn visie werkte. Er werden meer apensoorten aan het park toegevoegd en het gebied werd verder ontwikkeld om nog meer bezoekers te kunnen ontvangen.