
Stationsplein: Witte pand is nummer 3
Iedereen heeft het witte pand aan het Stationsplein nog wel op zijn netvlies staan. De meesten zullen direct denken aan het taxibedrijf van Klaas Blom dat hier ooit was gevestigd, maar het pand kende een lange en rijke geschiedenis voordat Blom er zijn intrek nam. Het verhaal van dit pand begint in de zomer van 1914, toen Hendrik Willem Pannekoek en zijn vrouw Johanna Janssen het gloednieuwe pand aan het Stationsplein 3 in Apeldoorn kochten.
Het Begin: De Stalhouderij van de Familie Pannekoek
Na hun huwelijk op 3 december 1913 in Arnhem, woonde het echtpaar Pannekoek kort in Harderwijk. In Juni 1914 besloten ze zich definitief te vestigen in Apeldoorn, waar ze het nieuwgebouwde pand aan het Stationsplein 3 kochten. Hier startten ze een stalhouderij, een bedrijf dat zich bezighield met het verzorgen, verhuren en inzetten van paarden en wagens voor vervoer. Naast het vervoeren van mensen per paard en wagen, verkocht Hendrik ook haver, roggestro en hooi, onmisbaar voor de verzorging van de paarden.
Het echtpaar leidde het bedrijf met toewijding, maar hun leven werd in 1915 getroffen door een tragedie. Op 11 januari van dat jaar beviel Johanna van een doodgeboren kind. Kort na dit verlies besloten Hendrik en Johanna hun stalhouderij te verkopen aan Gijs van Butselaar.

Van Butselaar: Innovatie en Groei
Na de aankoop van de stalhouderij zette Gijs van Butselaar al snel zijn eigen stempel op het bedrijf. Hij startte niet alleen een stalhouderij maar ook een transportbedrijf. Met vooruitziende blik introduceerde hij het transport van meubels met een vrachtwagen van het merk Ford, een ongebruikelijke keuze in die tijd. Dit markeerde de eerste stap in de richting van modernisering, en het bedrijf groeide gestaag.
Naast het meubeltransport breidde Van Butselaar zijn diensten uit. Hij had diverse chauffeurs in dienst die mensen per paard en wagen vervoerden, maar bood ook de mogelijkheid om luxe auto’s in te zetten. Bovendien werd het bedrijf een verkooppunt voor auto’s en motoren van gerenommeerde merken zoals Mercedes, Ford, Indian en Harley-Davidson. In 1926 ging hij zelfs een stap verder door de verkoop van benzine te introduceren via een elektrisch aangedreven pomp van de American Petroleum Company, een pionierende beslissing in een tijd waarin gemotoriseerd vervoer snel aan populariteit won.



Overdracht en Voortzetting door Willem Vos
In maart 1930 besloot Gijs van Butselaar zijn stalhouderij over te dragen aan collega Willem Vos, die samen met Van Butselaar, Kleiboer en Mouw tot de bekende stalhouderijen in Apeldoorn behoorde. Willem nam de bestaande diensten over, inclusief het verhuren van luxe auto’s en het vervoeren van mensen, en koesterde de klantrelaties van zijn voorganger. Zelfs het telefoonnummer bleef ongewijzigd, wat aantoont hoe belangrijk het behoud van klantvertrouwen was. In 1932, met de verdere professionalisering van het bedrijf, kreeg Vos een nieuw telefoonnummer, 2756.

Terugkeer van Van Butselaar
Ondertussen had Gijs van Butselaar in de slagerij van zijn vader aan de Brinklaan 104 een autoverhuurbedrijf opgericht, de Luxe Autoverhuurinrichting. In 1934 raakte zijn auto betrokken bij een tragisch ongeval toen een van zijn verhuurde auto’s werd aangereden door een trein, waarbij een jongeman omkwam. Kort hierna kwam het pand van Willem Vos te koop te staan. Gijs kocht het pand terug voor 14.650 gulden en richtte hier een garagebedrijf op onder de naam Garage Van Butselaar. Naast de verhuur van luxe auto’s bood hij klanten de mogelijkheid om hun voertuigen te stallen.


In de jaren die volgden, werd Van Butselaar dealer van verschillende automerken. Tussen 1957 en 1962 vertegenwoordigde hij de merken Morris en MG, en vanaf 1962 tot 1964 was het bedrijf dealer van Renault en Morris. Na deze periode stopte het officiële dealerschap, maar Van Butselaar bleef actief in de verkoop van occasions. Eind augustus 1968 begon hij in Haaksbergen aan de Kruislandsingel als dealer van het merk Volkswagen onder de naam Van Butselaar’s Automij. N.V. Het pand aan het Stationsplein 3 werd in het voorjaar van 1969 verkocht aan Willem de Vries.

Willem de Vries: Voortzetting van de Traditie
Willem de Vries zette de activiteiten van het bedrijf voort onder de naam Willem A. H. de Vries. Hij werd, net als Van Butselaar voor hem, dealer van prestigieuze automerken zoals Rover en Triumph. Later voegde hij Vauxhall toe aan zijn assortiment. De Vries was een slimme ondernemer die inspeelde op de veranderingen in de automarkt en in 1974 volledig overstapte op wagens van General Motors, met Vauxhall als zijn specialisatie. Uiteindelijk sloot het in 1978 zijn deuren.



Klaas Blom en de Taxibedrijven van Apeldoorn
Na de sluiting van het garagebedrijf nam Klaas Blom zijn intrek in het pand aan het Stationsplein 3 en begon hier zijn taxibedrijf. Eerder was zijn bedrijf gevestigd aan de Oranjestraat 11 maar aan het Stationsplein kon zijn bedrijf verder uitgroeien. Naast het reguliere personenvervoer was Blom ook gespecialiseerd in trouw- en rouwvervoer. Hiervoor gebruikte hij donkere Chevrolet Impala’s, die geliefd waren vanwege hun stijl en comfort.

In de beginjaren werkte Taxi Blom veel samen met ATC en Taxi Gerritsen. Zo deden zij om de beurt dag en nachtdiensten. Klaas Blom zat in eerste instantie op de centrale, maar dit bleek niet zijn sterkste kant. Bij het oproepen van ritten drukte hij steevast te laat op de knop, waardoor hij vaak onverstaanbaar was. Dit leidde tot veel frustratie bij zijn chauffeurs, die soms wel tien keer moesten vragen waar ze naartoe moesten rijden.

De concurrentiestrijd tussen de Apeldoornse taxibedrijven werd steeds heviger naarmate de jaren verstreken. De taxibedrijven probeerden elkaar constant de loef af te steken, wat regelmatig tot ruzies leidde. Een van de meest opvallende aspecten van deze strijd was de introductie van een tweede telefoonnummer door Klaas Blom, 055-223 223, als tegenhanger van het telefoonnummer 055-413 413 van Taxi Gerritsen. Beide nummers werden beroemd in Apeldoorn, en bijna elke Apeldoorner kende ze uit het hoofd. De concurrentie tussen Blom en Gerritsen, die aanvankelijk samenwerkten en zelfs familie waren, mondde uit in een vete waarbij ze elkaar niet meer konden luchten of zien.
Op 7 januari 1982 ging het bijna mis. Er brak brand uit in het pand naast het taxibedrijf, het Chinese restaurant Ah-Sing. Gelukkig was de brandweer snel ter plaatse en werd een ramp voorkomen. Ah-Sing was een geliefde plek onder de chauffeurs van Blom, net als het café verderop aan het Stationsplein van Jaap jellema, bijgenaamd Jaap Troffee. Het kwam regelmatig voor dat chauffeurs thuis zeiden dat ze moesten rijden, terwijl ze eigenlijk in het café van Jaap zaten.

Ondertussen bleef Taxi Blom groeien. Naast het personenvervoer en het trouw- en rouwvervoer kreeg het bedrijf ook het schoolvervoer in handen. Het wagenpark werd voortdurend vernieuwd en uitgebreid. Taxi Blom reed met een gevarieerd wagenpark, bestaande uit Fords, Omega’s, Fiatbusjes en natuurlijk de onmisbare Chevrolets. De rode Volkswagen Transporters die het bedrijf gebruikte, waren oorspronkelijk blauw en werden bij autobedrijf van Burik gekocht en rood gespoten.


Het Einde van een Tijdperk
In 1997 besloot Klaas Blom met pensioen te gaan. Hij verkocht zijn pand voor 294.050 gulden aan Van Wonen Deelnemingen B.V. Het pand was inmiddels in zeer slechte staat en kwam na de verkoop leeg te staan. Helaas kreeg het pand al snel de bijnaam ‘drugsvilla’ vanwege de overlast en drugshandel die er plaatsvonden. In de volksmond stond het oude pand van Klaas Blom ook bekend als het ‘spuithuis’. Om verdere problemen te voorkomen, werd het pand in 2000 uiteindelijk gesloopt.
Na de sloop in 2000 bleek uit een grondonderzoek in 2002 dat de grond behoorlijk vervuild was. Er werden drie ondergrondse brandstoftanks gevonden, maar urgente saneringsmaatregelen bleken niet nodig. Zo eindigde het verhaal van het ooit zo levendige pand aan het Stationsplein 3, dat door de jaren heen een centrale rol speelde in het ondernemersleven van Apeldoorn.
